Advies aan degenen die zich haasten met het zeggen van de dhikr (tasbīḥ) na het gebed — Shaykh al-Albānī
Shaykh Moḥammed Nāṣiroed-dīn al-Albānī zei:
Ik zie veel mensen die lijken toegewijd te zijn—niet alleen in het vervullen van de verplichte daden, maar ook de vrijwillige en aanbevolen handelingen, zoals het zeggen van de dhikr (gedenking) na het gebed; de tasbīḥ (zeggen van “soebḥānallāh”), de taḥmīd (zeggen van “alḥamdoelillāh”), de takbīr (zeggen van “Allāho akbar”) en dergelijke.
Ik zie sommigen van hen, wanneer zij willen handelen naar de uitspraak van de Profeet ﷺ: «Wie na elk gebed drieëndertig keer ‘soebḥānallāh’ zegt, en drieëndertig keer ‘alḥamdoelillāh’ zegt, en drieëndertig keer ‘Allāho akbar’ zegt, en dan de honderd volmaakt door te zeggen: ‘Lā ilāha illallāh waḥdaho lā sharīka lah, lahoel-moelk, wa lahoel-ḥamd, wa hoewa ‘alā koelli shay’in qadīr’—zijn zonden zullen vergeven worden, zelfs al zijn ze als het schuim van de zee.» Dit is een authentieke ḥadīth, overgeleverd door Imām Moeslim in zijn Ṣaḥīḥ.
Wanneer zij deze ḥadīth in de praktijk willen brengen, zie je sommigen van hen die nauwelijks met hun tong de tasbīḥ, taḥmīd en takbīr uitspreken; dus wat hoor je? (De Shaykh imiteert het geluid van hun snelle gemompel tijdens de dhikr). Jullie hebben hetzelfde gezien, denk ik? Ik ben dus niet alleen in deze constatering… Dit (gemompel), hoe noemen we het? “Sabsaba”?
Met de taḥmīd zie je hetzelfde… (De Shaykh imiteert hun geluid, waarbij ze heel snel ‘alḥamdoelillāh’ herhalen). Dit is geen echte tasbīḥ of taḥmīd.. In een paar momenten, in seconden, zijn ze klaar met de honderd!
Deze honderd, wie ze verricht, wat is zijn beloning? Allāh vergeeft hem zijn zonden, zelfs als ze zijn als het schuim van de zee. Maar geldt dit ook als men het op deze “basbasa”-manier doet? God verhoede… Men moet juist rustig de tijd nemen; dus zegt hij (op een rustig tempo): “soebḥānallāh”, “soebḥānallāh”, “soebḥānallāh”… “alḥamdoelillāh”, “alḥamdoelillāh”, “alḥamdoelillāh”, enzovoort.
Met wat ik nu ga zeggen, wil ik de mensen niet afhouden van het drieëndertig keer zeggen van “soebḥānallāh” en wat er verder in de ḥadīth is vermeld. Integendeel, ik wil hen dichter brengen bij wat beter voor hen is volgens de Islamitische Wetgeving en makkelijker is voor hen om te doen.
Ik denk dat jullie deze ḥadīth voor het eerst zullen horen, of tenminste sommigen van jullie. Het is een zeer belangrijke ḥadīth en het is ook authentiek. Het werd gerapporteerd door Imām an-Nasā’ī en al-Ḥākim en anderen, van twee metgezellen met twee authentieke overleveringsketens.
Een man van de metgezellen van de Profeet ﷺ zag in een droom iemand die hem aan hem vroeg: “Wat heeft de Boodschapper ﷺ jullie geleerd?” Hij zei: “Hij heeft ons geleerd ‘soebḥānallāh’…” en hij noemde het aantal dat eerder in de vorige ḥadīth werd vermeld. Toen zei die persoon in de droom tegen de dromer: “Maak ze vijfentwintig”; dat wil zeggen, zeg (vijfentwintig keer): “soebḥānallāh, walḥamdoelillāh, wa lā ilāha illallāh, wallāho akbar”. Dus in plaats van dat iemand honderd eenheden telt, wat zal hij dan tellen? Vijfentwintig eenheden. En met die vijfentwintig eenheden zal hij gedwongen worden om langzamer te tellen; hij kan niet zo haasten als bij die manier die wij sterk afkeuren. Hoeveel hij zich ook haast met “soebḥānallāh”, omdat er daarna “alḥamdoelillāh” komt—hoeveel hij zich ook haast—het zal vollediger uit zijn mond komen dan wanneer hij zou zeggen: “soebḥānallāh, soebḥānallāh, soebḥānallāh…” Zoals degenen die Allāh gedenken met: “Lā ilāha illallāh, lā ilāha illallāh, lā ilāha illallāh…” en dan het zo snel zeggen dat je alleen nog maar hoort: “AllāhAllāhAllāhAllāh…” enzovoort.
Dus als bescherming voor degenen die zich na het gebed haasten met het zeggen van de tasbīḥ en de taḥmīd zoals vermeld in de eerste ḥadīth, zouden zij de vier zinnen moeten combineren en deze vijfentwintig keer zeggen: “soebḥānallāh, walḥamdoelillāh, wa lā ilāha illallāh, wallāho akbar”, vijfentwintig keer.
En dit is beter, volgens wat blijkt uit het vervolg van de ḥadīth. Die dromer zag een droom; het kan zijn dat deze droom slechts een verwarde mengeling van dromen is en geen uitleg heeft, omdat we geen kennis hebben over de uitleg van dromen. Maar deze man die de droom zag, vertelde het aan de Profeet ﷺ, en zijn antwoord was: «Doe het dan zo.»
Hier rijst een juridische vraag: Is dit een afschaffing/abrogatie (naskh) van de eerste ḥadīth? Drieëndertig keer “soebḥānallāh”, drieëndertig keer “alḥamdoelillāh”, drieëndertig keer “Allāho akbar” en tot slot één keer “lā ilāha illallāh”? Nee, het is geen afschaffing (naskh) maar een voorkeur.
Dus als de biddende persoon deze drieëndertig na het gebed met kalmte en bedachtzaamheid verricht, is daar niets op tegen. Maar het is beter voor hem om de vier zinnen te combineren in vijfentwintig keer: “soebḥānallāh, walḥamdoelillāh, wa lā ilāha illallāh, wallāho akbar”, “soebḥānallāh, walḥamdoelillāh, wa lā ilāha illallāh, wallāho akbar”, zo vijfentwintig keer. Dit is beter voor hem hij dan wat er in de eerste ḥadīth is vermeld.
Bron: https://alathar.net/home/esound/index.php?op=codevi&coid=1510
Vertaling: moskee el albani
Zie ook:
De gedenkingen & smeekbedes die worden gezegd na het verplichte gebed