Beknopte uitleg van de Zakāt (de derde pilaar van de Islām)
De verplichting van Zakāt
De derde pilaar van de Islām, de Zakāt (of Zakāh), is alleen een plicht voor rijkere moslims wiens rijkdom een minimum “drempelbedrag” (niṣāb) heeft bereikt dat een Islamitisch jaar (maanjaar) in hun bezit is geweest. Elk jaar moeten ze 2,5% van hun verzamelde goud, zilver en spaargeld uitgeven aan minder bedeelden in de gemeenschap. Op deze manier zuiveren ze hun rijkdom. Zakāt betekent “zuiveren” of “reinigen” van iemands ḥalāl (toegestane) verdiensten. Illegale verdiensten worden niet door Allāh geaccepteerd omdat de Profeet (ﷺ) zei: “Allāh, de Verhevene, is goed en aanvaardt alleen het goede..”
Waarop is Zakāt verschuldigd?
Zakāt is verschuldigd wanneer het vermogen van een persoon (man of vrouw) een bepaald bedrag (genaamd een niṣāb) heeft bereikt of overschreden dat in de Sharī‘ah is vermeld. De specifieke rijkdom waarop de Zakāt verschuldigd is, valt in vier categorieën:
- Wat uit de grond komt van gewassen en fruit.
- Grazende vee.
- Goud, zilver en contant geld.
- Producten die als koopwaar worden verkocht.
Voor mensen die in Europa wonen, zijn de meest voorkomende categorieën waarop Zakāt verschuldigd is de derde en vierde categorie. Wat betreft het drempelbedrag (niṣāb) waarna Zakāt moet worden betaald:
- Voor goud is het 85 gram; (sommige geleerden zeggen 92 gram)
- Voor zilver is het 595 gram; (sommige geleerden zeggen 640 gram)
- Voor geld is het de waarde van 595 gram zilver, wat vandaag (01/08/2024) overeenkomt met 505€.
De Qor-ān vermeldt niet specifiek de verschuldigde bedragen; deze bedragen worden echter in de Soennah in authentieke ḥadiths in detail gerapporteerd – wat het grote belang van deze pilaar aantoont. Dus als iemands rijkdom de niṣāb-bedragen overschrijdt en hij heeft het een jaar lang in zijn bezit gehad, dan moet 2,5% in Zakāt (de verplichte bijdrage aan de armen) worden betaald. Zakāt wordt niet betaald door iemand die minder dan dit bedrag aan rijkdom heeft. Zakāt wordt niet betaald op diamanten, platina of andere soorten sieraden. Het wordt niet betaald op auto’s, huizen of eigendommen (maar het wordt wel betaald op geld dat wordt verdiend met huur en winst uit investeringen). Om het bedrag van Zakāt dat moet worden betaald te berekenen, tel je al je contante spaargeld en goud dat je een jaar lang boven de waarde van niṣāb hebt gehad, reken dan 2,5% uit en geef het uit in liefdadigheid aan een van de acht categorieën genoemd in de Qor-ān (Soerat at-Tawbah 9:60).
De categorieën van degenen die recht hebben op Zakāt
- De armen (foeqarā’) [1]
- De behoeftigen (masākīn) [2]
- Degenen die zijn aangesteld om het te verzamelen (om in hun behoeften te voorzien)
- Om de harten aan te trekken van niet-moslims die geneigd zijn tot de Islām [3]
- Het vrijkopen van slaven
- Het helpen van degenen met echte schulden
- Voor de Zaak van Allāh (aan het leger van een moslimland)
- De reiziger (die zonder proviand zit) om hem te helpen zijn bestemming te bereiken
Allāh ﷻ noemde deze categorieën in Zijn uitspraak:
{De ṣadaqāt (d.w.z. Zakāt) zijn alleen voor de foeqarā’ (armen), en de masākīn (behoeftigen), en degenen die zijn aangesteld om (de zakāt) te verzamelen, en om de harten aan te trekken van degenen die geneigd zijn (tot de islām); en om slaven vrij te kopen, en voor degenen met schulden; en voor Allāh’s zaak (d.w.z. voor Moedjāhidoen; de legers van de moslimlanden), en voor de reiziger (die zonder proviand is komen te zitten); een plicht opgelegd door Allāh. En Allāh is Alwetend, Alwijs.} (9:60)
Hoe wordt Zakāt op contant geld bepaald? Is het verbonden aan de niṣāb van goud of zilver?
Het is bekend dat de niṣāb-waarde van zilver in deze tijd lager is dan de niṣāb-waarde van goud. Dus wanneer een persoon papiergeld heeft waarvan de waarde de niṣāb van zilver heeft bereikt, dan betaalt hij Zakāt daarop. De niṣāb van zilver is 595 gram (of heel dichtbij dat). Dus degene die contant geld heeft met deze waarde (of meer), moet 2,5% over alles betalen, als Zakāt.
De geleerden hebben verklaard dat het voor de armen gunstiger is dat de maatstaf van papiergeld wordt vastgesteld in overeenstemming met de lagere van de twee niṣābs. (Zie Fatāwā Ibn Bāz, 14/125, Fatāwā Al-Lajnah Ad-Dā’imah, vol. 9/254, nr. 1881) Daarnaast verklaarde Al-Lajnah Ad-Dā’imah dat de niṣāb voor zilver in de tijd van de Profeet (ﷺ) 200 zilveren dirhams was (wat gelijk is aan 595 gram zilver), dus als een moslim papiergeld heeft ter waarde daarvan, dan moet Zakāt daarop worden betaald. (Fatāwā Islāmiyyah 3/163). Shaykh Ibn Bāz verklaarde in zijn fatwā dat Zakāt verplicht is op papiergeld wanneer de waarde ervan de lagere van de twee niṣābs van zilver en goud bereikt. (Fatāwā Ibn Bāz, 14/125) En de lagere van de twee niṣābs is zilver in onze tijd.
Berekening van Zakāt: Een voorbeeld
- Een persoon heeft goud dat 110 gram weegt. Op 01/08/2024 is één gram goud ongeveer 72,99€ waard, dus de contante waarde van 110 gram goud = 8028,9€.
Dit goud is boven het niṣāb-bedrag van 85 gram, en de eigenaar heeft het een jaar lang in zijn bezit gehad. Dus voor de Zakāt betaalt hij 2,5% van 8028,9€ (als hij in contanten betaalt), wat neerkomt op 200,7€.
- Diezelfde persoon heeft ook nog 350€ contant geld in huis + 1550€ spaargeld op zijn bank = 1900€.
Dit geld is een jaar lang in het bezit van de persoon geweest. De Zakāt daarop wordt berekend volgens de waarde ervan in zilver. De niṣāb voor zilver is 595 gram. Één gram zilver is vandaag (01/08/2024) ongeveer 0,85€ waard. Dus de niṣāb-waarde van zilver is 505€. En deze persoon heeft 1900€ geld in zijn bezit, dus het is boven de niṣāb-waarde. Hij moet dus 2,5% van 1900€ als Zakāt betalen, wat neerkomt op 47,50€.
- Totale Zakāt die betaald moet worden is dus: 200,7€ + 47,50€ = 248,2€.
Zakāt voor degenen die maandelijks salarissen verdienen of maandelijkse huurinkomsten ontvangen
Shaykh Ibn ‘Oethaymīn legde uit dat degene die een maandsalaris of maandelijkse huur ontvangt of iets dergelijks – die dat geld neemt en opslaat in een doos of op een andere manier van sparen (zoals een bank). En hij neemt er geld uit naar behoefte en voegt gedurende het jaar geld toe. Dus dan raakt hij in de war over welk bedrag hij een jaar in zijn bezit heeft gehad. We zeggen dat in deze situatie, als het saldo niet is gedaald tot minder dan het minimumbedrag van niṣāb (gelijk aan 595 gram zilver), het beter is om het jaar te beschouwen vanaf de eerste keer dat het geld het minimum bedrag (van niṣāb) heeft bereikt. Dan moet de persoon de Zakāt betalen over wat hij heeft zodra een jaar is voorbijgegaan (opmerking: moslims volgen de maancyclus van een jaar, bijv. van Ramadān tot Ramadān of van Radjab tot Radjab, enz.). Op die manier heeft hij de Zakāt betaald voor alle bedragen die hij een jaar in zijn bezit heeft gehad. En voor de andere bedragen die hij nog geen jaar in zijn bezit heeft, werd de Zakāt dan vooruitbetaald. En het is niet erg om de Zakāt vroeger te betalen. Deze methode is gemakkelijker voor hem in plaats van elke maand precies te berekenen, omdat dat moeilijk voor hem kan zijn. (Fatāwā Islāmiyyah 3/161-162)
Hoe en aan wie moet het betaald worden?
Sommige moskeeën verzamelen de Zakāt van de moslimgemeenschap en besteden het volgens de Qor-ān en Soennah. Je kunt je Zakāt ook bijvoorbeeld hier online betalen: https://salafibookstore.com/zakat/
Liefdadigheidsorganisaties verzamelen ook Zakāt – maar een persoon kan de Zakāt ook zelf weggeven. In veel moslimlanden wordt de Zakāt door de regering geïnd en dienovereenkomstig besteed. In het VK en Europa moeten moslims ervoor zorgen dat hun Zakāt of andere vormen van liefdadigheid niet wordt gegeven aan organisaties die terroristische groeperingen steunen. De Zakāt of liefdadigheid die aan hen wordt gegeven, wordt volgens de Sharī‘ah-wetgeving niet als geldig beschouwd, aangezien zij geen rechthebbende ontvangers zijn. Zakāt mag niet worden gegeven voor politieke campagnes of om kandidaten in het parlement te verkiezen. Zakāt mag niet worden gegeven voor de bouw van moskeeën of scholen. Zie hierboven de geldige categorieën.
Het geven van Zakāt aan je broer, zus, oom en tante die arm zijn
Shaykh Abdel-‘Azīz Ibn Bāz (moge Allāh hem genadig zijn) werd gevraagd:
“Mag een broer Zakāt geven aan zijn behoeftige broer (hij onderhoudt zijn gezin en werkt, maar zijn inkomen is niet voldoende)? En mag hij Zakāt geven aan een arme oom? En mag een vrouw haar zakat geven aan haar broer, tante of zus?”
De Shaykh antwoordde:
“Het is toegestaan voor een man of vrouw om hun Zakāt te geven aan een arme broer, arme zus, arme oom, arme tante en andere arme familieleden. Dit is gebaseerd op algemene bewijzen, en het geven van Zakāt aan hen is zowel een vorm van liefdadigheid als het onderhouden van familiebanden. De Profeet (vrede zij met hem) zei: “Liefdadigheid aan een behoeftige is liefdadigheid, en aan een familielid is het zowel liefdadigheid als het onderhouden van familiebanden.”
Echter, Zakāt mag niet gegeven worden aan je ouders (en hun voorouders) en je kinderen (zowel zonen als dochters en hun nakomelingen), ook niet als zij arm zijn. In plaats daarvan ben je verplicht om voor hen te zorgen (hen financieel te onderhouden) vanuit je eigen vermogen als je daartoe in staat bent en er niemand anders is die voor hen kan zorgen.”
Een vraag aan Shaykh Al-Fawzān over het geven van Zakāt aan je eigen kinderen:
“Er is een gescheiden vrouw en zij heeft kinderen van de man die haar heeft gescheiden, en hun vader zorgt niet voor hen – dus werkt zij en voorziet in hun onderhoud. Mag zij voor hen zorgen door haar eigen Zakāt te gebruiken?”
Antwoord:
“Nee. Hun onderhoud is de verantwoordelijkheid van hun vader. De vader moet worden gevraagd om voor hen te zorgen.”
(Bron: شرح أخصر المختصرات في فقه الإمام أحمد، للعلاَّمة صالح بن فوزان الفوزان)
Zakāt over koopwaar en goederen die voor de handel bestemd zijn
Shaykh Al-Albānī zei: “De Koopwaar voor Handel (‘Oroed at-Tidjārah) – Dit is een categorie van Zakāt waarover de geleerden van mening verschillen sinds de vroegere tijden. Sommige geleerden beschouwden het als een verplichting om Zakāt te betalen over deze categorie, terwijl anderen het niet als een verplichting beschouwden. Dus wanneer wordt gezegd: “Moet Zakāt worden betaald over de koopwaar voor handel?” Dan wordt in de vraag hier met de term ‘Zakāt’ bedoeld: de voorgeschreven gewettigde Zakāt die wordt betaald onder voorwaarde dat het de niṣāb (het minimumbedrag waarna Zakāt verplicht wordt) bereikt en een jaar in bezit is geweest. Dus degenen die de ‘Zakāt’ als verplicht beschouwen (over de koopwaar voor handel), bedoelen dat het verplicht is om de waarde van de koopwaar elk jaar te bepalen, en wanneer het de niṣāb bereikt, dan is Zakāt verschuldigd ter waarde van 2,5%, net zoals het wordt betaald over goud en zilver. Voor deze categorie van Zakāt is er niets in de Soennah noch in het Boek van Allāh dat de verplichting ervan ondersteunt.
Er is echter een algemene Zakāt die verplicht is voor elke persoon die ziet dat hij veel en uitgebreide handelsgoederen [te koop] heeft. Dus hij betaalt een niet-specifiek bedrag dat niet afhankelijk is van het een jaar in bezit zijn – en dit wordt gedaan handelend naar veel algemene tekstuele bewijzen zoals de uitspraak van Allāh ﷻ: {O jullie die geloven! Geef uit van datgene waarmee Wij jullie hebben voorzien.} (2:254)
Wat betreft het berekenen van de waarde van deze koopwaar om dan 2,5% ervan uit te geven (als Zakāt), daar is geen bewijs voor in de authentieke Soennah. En ik zeg hier ‘de authentieke Soennah‘ omdat er enkele overleveringen zijn in Soenan Abī Dāwoed en op andere plaatsen die, als ze authentiek zouden zijn, het bewijs zouden leveren voor de verplichting om Zakāt te betalen over koopwaar die bestemd is voor handel.” (Bron: Al-Masā-il Al-‘Ilmiyyah wal-Fatāwā Ash-Shar’iyyah – Fatāwā Ash-Shaykh Al-‘Allāmah Muḥammed Nāṣir Ad-Dīn Al-Albānī fil-Madīnah wal-Imārāt, pg. 120)[4]
Bron: https://abukhadeejah.com/zakah-zakat-what-is-it-paid-on-and-how-to-calculate-it/
Voetnoten:
- Een arm persoon is iemand die helemaal geen inkomen heeft, of een inkomen heeft maar dat het minder dan de helft van zijn jaarlijkse kosten dekt. [↩]
- De behoeftige is in minder nood dan de arme. De behoeftige heeft voldoende inkomen om de helft van zijn jaarlijkse kosten te dekken, of meer dan de helft. [↩]
- Al-Fawzān zei over deze categorie: “Het is aan de regeringsleider om hierover te beslissen. Het is de regeringsleider die de ongelovigen Zakāt geeft om hun harten naar de islām te keren. Individuen in de samenleving moeten zich niet in deze kwestie mengen.” [↩]
- Voor meer details omtrent Zakāt over koopwaar, zie: https://abukhadeejah.com/is-zakaah-to-be-paid-on-commodities-that-are-for-trade-sayings-of-the-well-known-jurists/ [↩]