Boek van het vasten (Kitāb aṣ-Ṣiyām) — Een samenvatting van de regels omtrent het vasten
al-Fiqh al-Moeyassar:
Boek van het vasten
(Kitāb aṣ-Ṣiyām)
Hoofdstuk Één: Inleidingen tot het vasten
[Eerste kwestie: Definitie van het vasten en de pilaren ervan]
1. Definitie van Aṣ-Ṣiyām (het vasten):
-
In de Arabische taal: Aṣ-Ṣiyām (het vasten) betekent het zich onthouden van iets.
-
In de islamitische wetgeving: Het vasten is het zich onthouden van eten, drinken en andere zaken die het vasten verbreken—terwijl men daarvoor de intentie (niyyah) heeft—vanaf het aanbreken van de ware dageraad (al-Fadjr aṣ-Ṣādiq) tot zonsondergang (Maghreb).
2. Pilaren van het vasten:
Uit de definitie van vasten in de islamitische terminologie blijkt dat het twee basispilaren heeft:
- Eerste pilaar: Het zich onthouden van zaken die het vasten verbreken, vanaf het aanbreken van de dageraad (Fadjr) tot zonsondergang (Maghreb). Het bewijs hiervoor is de Uitspraak van Allāh, de Verhevene: {En nu mogen jullie geslachtsgemeenschap hebben met hen (jullie vrouwen), en zoek wat Allāh voor jullie heeft bepaald (van nakomelingen), en eet en drink totdat het voor jullie duidelijk wordt dat de witte draad zich onderscheidt van de zwarte draad, bij het aanbreken van de dageraad (al-Fadjr). Volbreng vervolgens het vasten tot de nacht.} (2:187) Met de “witte draad” en “zwarte draad” wordt het daglicht en de duisternis van de nacht bedoeld.
- Tweede pilaar: De intentie (niyyah). De vastende moet met deze onthouding van zaken die het vasten verbreken de bedoeling hebben om Allāh ﷻ te aanbidden. Door de intentie worden daden die bedoeld zijn als aanbidding onderscheiden van gewone daden, en worden de verschillende vormen van aanbidding van elkaar onderscheiden. De vastende moet bijvoorbeeld de intentie hebben om het vasten van de maand Ramaḍān te verrichten, of een andere vorm van vasten. Het bewijs voor deze pilaar is de uitspraak van de Profeet (ﷺ): “De daden worden slechts beoordeeld op basis van de intenties, en iedere persoon krijgt waar hij de intentie voor had.”
[Tweede kwestie: Het oordeel omtrent het vasten van Ramaḍān en het bewijs daarvoor]
Allāh, de Verhevene, heeft het vasten in de maand Ramaḍān verplicht gesteld en het tot een van de vijf zuilen van de islam gemaakt. Dit blijkt uit de volgende verzen in de Koran:
{O jullie die geloven! Het vasten is jullie voorgeschreven, zoals het ook degenen vóór jullie was voorgeschreven. Hopelijk zullen jullie [Allāh] vrezen.} (2:183)
{De maand Ramaḍān is het waarin de Koran is neergezonden als leiding voor de mensen en als duidelijke bewijzen van de leiding en het onderscheid (tussen goed en kwaad). Wie van jullie getuige is van deze maand, laat hem vasten.} (2:185)
Daarnaast wordt de verplichting van het vasten bevestigd in de overlevering van ‘Abdoellāh ibn ‘Omar (moge Allāh tevreden zijn met hen beiden), waarin hij zei dat de Profeet (ﷺ) heeft gezegd: “De islam is gebouwd op vijf zuilen: de getuigenis dat niets of niemand het recht heeft aanbeden te worden behalve Allāh en dat Moḥammed de boodschapper van Allāh is, het onderhouden van het gebed, het geven van de zakāt, het vasten van Ramaḍān, en het verrichten van de bedevaart (Ḥadj) naar het Gewijde Huis van Allāh voor wie daartoe in staat is.”
En er is ook overgeleverd door Talḥah ibn ‘Obaydillāh dat een bedoeïen met verward haar naar de Profeet (ﷺ) kwam en zei: “O Boodschapper van Allāh, vertel me wat Allāh mij heeft verplicht gesteld qua vasten.” De Profeet (ﷺ) antwoordde: “De maand Ramaḍān.” De man vroeg: “Is er nog iets anders verplicht voor mij?” De Profeet (ﷺ) zei: “Nee, tenzij je vrijwillig iets doet…”
De gehele gemeenschap van moslims is het eens over de verplichting van het vasten in de maand Ramaḍān. Het vasten wordt beschouwd als een van de zuilen van de islam die noodzakelijk bekend zijn binnen het geloof. Degene die dit ontkent, wordt beschouwd als een ongelovige en een afvallige van de islam.
De verplichting van het vasten is dus bevestigd door de Koran, de Soennah en de consensus van de moslims. En de moslims zijn het erover eens dat degene die deze verplichting ontkent, als ongelovige wordt beschouwd.
[Derde kwestie: De categorieën van vasten]
Het vasten is onderverdeeld in twee categorieën: verplicht vasten en vrijwillig vasten. Het verplichte vasten is op zijn beurt verdeeld in drie categorieën:
-
Het vasten van de maand Ramaḍān.
-
Vasten als boetedoening (kaffārah).
-
Vasten vanwege een gelofte die men heeft afgelegd (nadhr).
De bespreking hier zal zich beperken tot het vasten van de maand Ramaḍān en het vrijwillige vasten. De overige categorieën zullen op hun eigen plaats behandeld worden, als Allāh het wil.
[Vierde kwestie: De voortreffelijkheid van het vasten van de maand Ramaḍān en de wijsheid achter het voorschrijven ervan]
1. De voortreffelijkheid (faḍl) ervan:
Overgeleverd door Aboe Hoerayrah (moge Allāh tevreden met hem zijn): De Profeet (ﷺ) zei: “Wie Laylat al-Qadr doorbrengt in gebed, met geloof en in de hoop op beloning, zullen zijn voorgaande zonden vergeven worden. En wie de maand Ramaḍān vast, met geloof en in de hoop op beloning, zullen zijn voorgaande zonden vergeven worden.”
Ook heeft Aboe Hoerayrah (moge Allāh tevreden met hem zijn) overgeleverd dat de Profeet (ﷺ) zei: “De vijf dagelijkse gebeden, de vrijdag tot de volgende vrijdag, en Ramaḍān tot de volgende Ramaḍān, zijn een kwijtschelding voor de zonden die tussen hen worden begaan, zolang de grote zonden worden vermeden.”
Dit zijn enkele van de overleveringen over de voortreffelijkheid van het vasten in de maand Ramaḍān. De verdiensten ervan zijn echter talrijk.
2. De wijsheid achter het voorschrijven van het vasten van Ramaḍān:
Allāh, de Verhevene, heeft het vasten voorgeschreven vanwege vele wijsheden en talloze voordelen, waaronder:
-
Zuivering van de ziel: Het vasten zuivert en reinigt de ziel, en zuivert deze van slechte invloeden en verwerpelijke karaktereigenschappen. Dit komt doordat het vasten de doorgangen van de duivel in het lichaam van de mens beperkt.
-
Onthechting van het wereldse en verlangen naar het hiernamaals: Het vasten vermindert de gehechtheid aan wereldse verlangens en stimuleert het verlangen naar het hiernamaals en de genietingen ervan.
-
Bevordering van medeleven met de behoeftigen: Het vasten roept op tot medeleven met de armen en een gevoel van solidariteit met hun lijden, aangezien de vastende de pijn van honger en dorst ervaart.
Naast deze zijn er vele andere waardevolle wijsheden en voordelen verbonden aan het vasten.
[Vijfde kwestie: Voorwaarden voor de verplichting van het vasten van Ramaḍān]
Het vasten van de maand Ramaḍān is verplicht voor degene die voldoet aan de volgende voorwaarden:
1. Islam:
-
Het vasten is niet verplicht en niet geldig voor een ongelovige, omdat vasten een vorm van aanbidding is en aanbidding niet geldig is van een ongelovige.
-
Als een ongelovige de islam aanneemt, hoeft hij de dagen die hij eerder heeft gemist niet in te halen.
2. Volwassenheid (puberteit):
-
Het vasten is niet verplicht voor iemand die nog niet de leeftijd van religieuze verantwoordelijkheid (taklīf) heeft bereikt. Dit is gebaseerd op de uitspraak van de Profeet (ﷺ): “De pen (die de daden registreert) is opgeheven voor drie groepen,” waaronder hij noemde: “het kind totdat het de puberteit bereikt.”
-
Het vasten van een kind die nog geen puberteit heeft bereikt is geldig, mits hij onderscheidingsvermogen (tamyīz) heeft. De voogd (waliyy) van het kind zou hem echter moeten opdragen om te vasten, zodat hij eraan gewend raakt en het eigen maakt.
3. Verstand:
-
Het vasten is niet verplicht voor iemand die krankzinnig is of verstandelijk beperkt. Dit is gebaseerd op dezelfde uitspraak van de Profeet (ﷺ): “De pen is opgeheven voor drie groepen,” waaronder hij noemde: “de krankzinnige totdat hij zijn verstand herwint.”
4. Gezondheid:
-
Het vasten is niet verplicht voor iemand die ziek is en het vasten niet aankan. Als de zieke echter vast, is het vasten geldig. Dit is gebaseerd op het vers: {Maar wie ziek is of op reis, (die vast) dan eenzelfde aantal (dagen) op andere dagen.} (2:185)
-
Wanneer de ziekte verdwijnt, is het verplicht om de gemiste dagen in te halen.
5. Verblijf (geen reis):
-
Het vasten is niet verplicht voor een reiziger. Dit is gebaseerd op hetzelfde vers: {Maar wie ziek is of op reis, [die vast] dan eenzelfde aantal [dagen] op andere dagen.} (2:185)
-
Als een reiziger besluit te vasten, is zijn vasten geldig. Voor de dagen die hij niet heeft gevast tijdens zijn reis, moet hij deze later inhalen.
6. Vrij zijn van menstruatie (ḥayḍ) en kraambloeding (nifās):
-
Het vasten is niet verplicht voor een vrouw tijdens haar menstruatie of kraambloeding, en het is haar zelfs verboden om te vasten. Dit is gebaseerd op de uitspraak van de Profeet (ﷺ): “Is het niet zo dat wanneer zij menstrueert, zij niet bidt en niet vast? Dat is een deel van haar tekortkoming in de religie.”
-
Het is verplicht voor deze vrouwen om de gemiste vastendagen later in te halen. Zoals ‘Āishah (moge Allāh tevreden met haar zijn) heeft gezegd: “Dit overkwam ons (tijdens de menstruatie), en ons werd bevolen de gemiste vastendagen in te halen, maar niet het gebed.”
[Zesde kwestie: Het begin en het einde van de maand Ramaḍān]
1. Het begin van de maand Ramaḍān:
De maand Ramaḍān begint met het zien van de nieuwe maan (hilāl), hetzij door de persoon zelf, hetzij door de getuigenis van een ander die het heeft gezien, of door zijn mededeling daarover. Als een betrouwbare rechtvaardige moslim getuigt van het zien van de nieuwe maan van Ramaḍān, wordt de komst van de maand bevestigd door deze getuigenis. Dit is gebaseerd op het vers: {Wie van jullie getuige is van de maand (Ramaḍān), laat hem dan vasten.} (2:185)
Ook heeft de Profeet (ﷺ) gezegd: “Wanneer jullie het (de nieuwe maan van Ramaḍān) zien, begin dan met vasten.” Tevens is er een overlevering van Ibn ‘Omar (moge Allāh tevreden met hen beiden zijn): “Ik informeerde de Profeet (ﷺ) dat ik de nieuwe maan van Ramaḍān had gezien, en hij begon te vasten en gaf opdracht aan de mensen om te vasten.”
Als de nieuwe maan niet wordt gezien of als er geen getuigenis is van een betrouwbare rechtvaardige moslim over het zien ervan, is het verplicht om de maand Sha‘bān te voltooien met dertig dagen. Het begin van Ramaḍān wordt niet vastgesteld door andere middelen dan het zien van de nieuwe maan of het voltooien van dertig dagen van Sha‘bān. Dit is gebaseerd op de uitspraak van de Profeet (ﷺ): “Vast wanneer jullie de nieuwe maan zien, en verbreek het vasten wanneer jullie de nieuwe maan zien. Als de maan bedekt is en niet zichtbaar, voltooi dan dertig dagen van Sha‘bān.”
2. Het einde van de maand Ramaḍān:
Het einde van de maand Ramaḍān wordt vastgesteld door het zien van de nieuwe maan van de maand Shawwāl, door de getuigenis van twee betrouwbare rechtvaardige moslims. Als er geen getuigenis is van twee betrouwbare rechtvaardige moslims die de nieuwe maan hebben gezien, is het verplicht om Ramaḍān te voltooien met dertig dagen.
[Zevende kwestie: Het tijdstip en het oordeel van de intentie (niyyah) bij het vasten]
1. Verplichting van de intentie:
De vastende moet de intentie hebben om te vasten, aangezien dit een van de pilaren van het vasten is, zoals eerder genoemd. Dit is gebaseerd op de uitspraak van de Profeet (ﷺ): “Daden worden slechts beoordeeld op basis van intenties, en iedere persoon krijgt waar hij de intentie voor had.”
2. Tijdstip van de intentie:
-
Bij verplicht vasten, zoals het vasten van Ramaḍān, het inhalen van gemiste dagen (qaḍā’), boetedoeningen (kaffārah) en geloften (nadhr), moet de intentie worden gemaakt tijdens de nacht, vóór het aanbreken van fadjr. Zelfs als dit één minuut vóór fadjr is, is het voldoende. Dit is gebaseerd op de uitspraak van de Profeet (ﷺ): “Wie zijn intentie om te vasten niet vóór het aanbreken van fadjr heeft gemaakt, zijn vasten is ongeldig.”
-
Als iemand overdag de beslissing neemt om te vasten, terwijl hij die dag nog niets heeft gegeten of gedronken, dan is dit alleen geldig voor vrijwillig vasten. Bij vrijwillig vasten is het toegestaan om de intentie te maken gedurende de dag, zolang er niets is geconsumeerd. Dit is gebaseerd op de overlevering van ‘Āishah (moge Allāh tevreden met haar zijn), die zei: “De Profeet (ﷺ) kwam op een dag bij mij binnen en vroeg: ‘Hebben jullie iets (te eten)?’ Wij antwoordden: ‘Nee.’ Hij zei: ‘Dan ben ik vastend.’”
-
Voor verplicht vasten is het niet toegestaan om de intentie pas overdag te maken. De intentie moet ’s nachts worden gemaakt.
3. Geldigheid van één intentie voor de gehele maand Ramaḍān:
-
Eén intentie aan het begin van Ramaḍān is voldoende voor de hele maand.
-
Het is echter aanbevolen (moestaḥabb) om de intentie elke nacht te hernieuwen.
Hoofdstuk Twee: De excuses die het verbreken van het vasten toestaan en de zaken die het vasten verbreken
[Eerste kwestie: De excuses die het verbreken van het vasten in Ramaḍān toestaan]
Het is toegestaan om het vasten in Ramaḍān te verbreken vanwege een van de volgende excuses:
1. Ziekte of ouderdom:
Het is toegestaan voor een zieke, waarvan verwacht wordt dat hij zal herstellen, om het vasten te verbreken. Als hij geneest, is het verplicht om de gemiste dagen in te halen. Dit is gebaseerd op de verzen:
{[Vasten is] een vastgesteld aantal dagen. Maar wie van jullie ziek is of op reis, [die vast] dan eenzelfde aantal [dagen] op andere dagen.} (2:184)
{Wie van jullie getuige is van de maand, laat hem vasten. Maar wie ziek is of op reis, [die vast] dan eenzelfde aantal [dagen] op andere dagen.} (2:185)
Het type ziekte dat het verbreken van het vasten toestaat, is een ziekte waarbij het vasten moeilijk is of schadelijk kan zijn voor de patiënt.
Een persoon die een ziekte heeft waarvan herstel niet wordt verwacht, of iemand die blijvend fysiek niet in staat is om te vasten, zoals een bejaarde, mag het vasten verbreken. Voor hen is het niet verplicht om de gemiste dagen in te halen. In plaats daarvan is het verplicht om fidyah te geven, door voor elke gemiste dag één arme of behoeftige persoon te voeden. Dit is gebaseerd op het feit dat Allāh, de Verhevene, in het begin van de verplichting van het vasten een keuze bood tussen vasten en het voeden van een arme, wat betekent dat het voeden een vervanging kan zijn bij een geldig excuus.
Imām al-Boekhārī (moge Allāh hem genadig zijn) zei: “Wat betreft een bejaarde die niet in staat is om te vasten, Anas (moge Allāh tevreden met hem zijn) voedde een arme voor elke gemiste dag, toen hij oud was geworden, gedurende één of twee jaar. Ibn ʿAbbās zei: Een bejaarde man en een bejaarde vrouw die niet in staat zijn om te vasten, mogen in plaats van elke dag te vasten een arme (of behoeftige) voeden.”
Een persoon die blijvend niet in staat is om te vasten, hetzij door ziekte of ouderdom, moet voor elke gemiste dag een arme voeden. Dit gebeurt door het geven van een halve ṣā‘ van voedsel, zoals tarwe, dadels, rijst, of een vergelijkbaar basisvoedsel dat in het land gebruikelijk is. Één ṣā‘ wordt geschat op ongeveer 2,25 kilogram. Dus een halve ṣā‘ komt neer op ongeveer 1,125 kilogram voedsel per dag (1 kilogram en 125 gram).
Als de zieke toch besluit om te vasten, dan is zijn vasten geldig en voldoende.
2. Reizen:
Het is toegestaan voor een reiziger om het vasten in Ramaḍān te verbreken. Het is echter verplicht om de gemiste dagen later in te halen. Dit is gebaseerd op de verzen:
{Maar wie van jullie ziek is of op reis, [die vast] dan eenzelfde aantal [dagen] op andere dagen.} (2:184)
{Wie van jullie getuige is van de maand, laat hem vasten. Maar wie ziek is of op reis, [die vast] dan eenzelfde aantal [dagen] op andere dagen.} (2:185)
De Profeet (ﷺ) zei tegen iemand die hem vroeg naar vasten tijdens reizen: “Als je wilt, kun je vasten, en als je wilt, kun je het vasten verbreken.”
En de Profeet (ﷺ) reisde tijdens Ramaḍān vastend naar Mekka. Toen hij de plaats al-Kadīd bereikte, verbrak hij zijn vasten en de mensen volgden zijn voorbeeld en verbraken ook hun vasten.
Het is toegestaan om het vasten te verbreken bij een lange reis waarbij het inkorten van het gebed (al-qaṣr) ook is toegestaan. Een lange reis wordt geschat op 48 mijlen, wat overeenkomt met ongeveer 80 kilometer.
De reis die het verbreken van het vasten toestaat is de toegestane (moebāḥ) reis. Als het een reis is om een zonde te begaan of bedoeld is om het vasten te omzeilen, dan is het niet toegestaan om op basis van die reis het vasten te verbreken.
Als een reiziger besluit om te vasten, is zijn vasten geldig en voldoende. Dit is gebaseerd op de overlevering van Anas (moge Allāh tevreden met hem zijn): “Wij reisden met de Profeet (ﷺ), en de vastende veroordeelde de niet-vastende niet, en de niet-vastende veroordeelde de vastende niet.” Dit is echter op voorwaarde dat het vasten tijdens de reis niet moeilijk of schadelijk is voor hem. Als het vasten tijdens de reis moeilijk wordt of schadelijk kan zijn, is het beter voor de reiziger om het vasten te verbreken en gebruik te maken van de vergunning/concessie (rokhṣah). Dit is gebaseerd op de praktijk van de Profeet (ﷺ), toen hij een man zag die tijdens een reis aan het vasten was, terwijl het zeer warm was en mensen zich om hem heen verzamelden om hem schaduw te bieden. De Profeet (ﷺ) zei: “Het behoort niet tot al-birr (vroomheid) om te vasten tijdens een reis.”
3. Menstruatie (ḥayḍ) en kraambloeding (nifās):
Een vrouw die menstrueert of kraambloeding (bloedverlies na bevalling) heeft, moet verplicht het vasten verbreken in Ramaḍān. Het is haar verboden om te vasten, en als zij toch vast, is het vasten ongeldig. Dit is gebaseerd op de overlevering van Aboe Sa‘īd al-Khoedrī (moge Allāh tevreden met hem zijn), waarin de Profeet (ﷺ) zei: “Is het niet zo dat wanneer zij menstrueert, zij niet bidt en niet vast? Dat is een deel van haar tekortkoming in de religie.”
Het is verplicht voor hen (de vrouwen die menstrueren of kraambloeding hebben) om de gemiste vastendagen in te halen. Zoals ‘Āishah (moge Allāh tevreden met haar zijn) zei: “Dit overkwam ons (tijdens de menstruatie), en ons werd bevolen de gemiste vastendagen in te halen, maar niet het gebed.”
4. Zwangerschap en borstvoeding:
Als een vrouw zwanger is of borstvoeding geeft en vreest voor zichzelf of haar kind door te vasten, is het toegestaan voor haar om het vasten te verbreken. Dit is gebaseerd op de overlevering van Anas (moge Allāh tevreden met hem zijn), waarin de Profeet (ﷺ) zei: “Allāh heeft voor de reiziger de helft van het gebed en het vasten opgeheven, en voor de zwangere en de zogende (borstvoedende) vrouw het vasten.”
Een zwangere vrouw of een vrouw die borstvoeding geeft, moet de gemiste dagen inhalen als zij vreesde voor zichzelf. Als de zwangere vrouw daarnaast ook vreesde voor haar ongeboren kind of de borstvoedende vrouw vreesde voor haar zuigeling, moet zij naast het inhalen van de gemiste dagen voor elke gemiste dag een arme voeden (fidyah geven). Dit is gebaseerd op de uitspraak van Ibn ʿAbbās (moge Allāh tevreden met hem zijn): “De borstvoedende en de zwangere vrouw, als zij vrezen voor hun kinderen, dan verbreken ze het vasten en voeden ze een arme.”
- Opmerking vertaler: over deze kwestie bestaat meningsverschil. Zie deze video en dit artikel.
Samenvattend zijn de excuses die het verbreken van het vasten toestaan: reizen, ziekte, menstruatie en kraambloeding, en angst voor levensgevaar (of ernstige schade), zoals bij zwangerschap en borstvoeding.
[Tweede kwestie: Zaken die het vasten verbreken]
Dit zijn de dingen die het vasten ongeldig maken en verbreken. Het vasten wordt verbroken door een van de volgende handelingen:
1. Het opzettelijk eten of drinken:
-
Dit is gebaseerd op het vers: {..en eet en drink totdat het voor jullie duidelijk wordt dat de witte draad zich onderscheidt van de zwarte draad, bij het aanbreken van de dageraad (al-Fadjr). Volbreng vervolgens het vasten tot de nacht.} (2:187)
-
Het vers verduidelijkt dat het eten en drinken na het aanbreken van de dageraad (al-fadjr) tot zonsondergang (maghreb) niet is toegestaan voor een vastende.
-
Als iemand echter eet of drinkt uit vergeetachtigheid, blijft zijn vasten geldig en moet hij het vasten voortzetten zodra hij zich herinnert dat hij vast. Dit is gebaseerd op de uitspraak van de Profeet (ﷺ): “Wie uit vergeetachtigheid eet of drinkt terwijl hij vast, laat hem dan zijn vasten verder afmaken, want Allāh heeft hem gevoed en te drinken gegeven.”
-
Het vasten wordt ook verbroken door het gebruik van snuifmiddelen (zoals medicatie die via de neus wordt toegediend) en door alles wat het lichaam binnendringt, zelfs als het niet via de mond gebeurt, maar dezelfde status heeft als eten en drinken, zoals voedende injecties.
2. Geslachtsgemeenschap:
-
Het vasten wordt verbroken door geslachtsgemeenschap. Als iemand dit doet terwijl hij vast, is zijn vasten ongeldig. Het is verplicht voor hem om:
-
Berouw te tonen en Allāh om vergeving te vragen.
-
De dag waarin hij geslachtsgemeenschap had in te halen.
-
Een boetedoening (kaffārah) te verrichten, die als volgt is:
-
Het bevrijden van een slaaf.
-
Als dit niet mogelijk is: het vasten van twee opeenvolgende maanden.
-
Als dit ook niet mogelijk is: het voeden van zestig behoeftigen of armen.
-
-
-
Dit is gebaseerd op de overlevering van Aboe Hoerayrah (moge Allāh tevreden met hem zijn), waarin hij zei: “Terwijl wij bij de Profeet (ﷺ) zaten, kwam er een man naar hem toe en zei: ‘O Boodschapper van Allāh, ik ben ten onder gegaan.’ De Profeet (ﷺ) vroeg: ‘Wat is er gebeurd?’ Hij zei: ‘Ik had geslachtsgemeenschap met mijn vrouw terwijl ik vastte.’ De Profeet (ﷺ) zei: ‘Kun je een slaaf bevrijden?’ Hij antwoordde: ‘Nee.’ De Profeet (ﷺ) vroeg: ‘Kun je twee opeenvolgende maanden vasten?’ Hij zei: ‘Nee.’ De Profeet (ﷺ) vroeg: ‘Kun je zestig behoeftigen/armen voeden?’ Hij zei: ‘Nee.’ Terwijl wij daar waren, werd er een mand met dadels naar de Profeet (ﷺ) gebracht. Hij zei: ‘Waar is de man die vroeg?’ De man antwoordde: ‘Hier ben ik.’ De Profeet (ﷺ) zei: ‘Neem deze dadels en geef ze als liefdadigheid.’ De man zei: ‘Moet ik het geven aan mensen die armer zijn dan ik, O Boodschapper van Allāh? Bij Allāh, er is geen huishouden tussen deze twee lavavelden dat armer is dan mijn huishouden.’ De Profeet (ﷺ) lachte zo hard dat zijn tanden zichtbaar waren en zei: ‘Voed er dan jouw eigen gezin mee.’”
En met geslachtsgemeenschap vergelijkbaar is:
-
Vrijwillige zaadlozing/ejaculatie: Als een vastende vrijwillig zaadlozing veroorzaakt door kussen, aanraking, masturbatie, of andere handelingen, dan wordt zijn vasten ongeldig. Dit komt omdat dit behoort tot verlangens/begeerten die het vasten tegenspreken.
-
Het is verplicht om de dag in te halen, maar geen boetedoening (kaffārah) is vereist. Boetedoening is alleen verplicht bij geslachtsgemeenschap, aangezien de tekst (ḥadīth) specifiek daarvoor is overgeleverd.
-
Als een vastende echter in zijn slaap een natte droom heeft, wordt zijn vasten niet verbroken. Of als hij zaadlozing ervaart zonder seksuele opwinding (zoals bij een ziekte), wordt zijn vasten niet verbroken, omdat dit alles buiten zijn controle ligt.
3. Opzettelijk braken/overgeven:
-
Het vasten wordt verbroken door opzettelijk te braken, wat betekent dat iemand bewust voedsel of drank uit de maag via de mond verwijdert.
-
Als het braken echter onvrijwillig is en buiten zijn controle plaatsvindt, dan heeft dit geen invloed op het vasten.
-
Dit is gebaseerd op de uitspraak van de Profeet (ﷺ): “Wie het braken niet kan tegenhouden (onvrijwillig), hoeft niet in te halen, maar wie opzettelijk braakt, moet die dag inhalen.”
4. Al-ḥidjāmah (cupping):
-
Het vasten wordt verbroken door ḥidjāmah (cupping), dat wil zeggen het verwijderen van bloed uit de huid zonder de aderen. Als een vastende ḥidjāmah laat uitvoeren op zichzelf, wordt zijn vasten ongeldig. Dit is gebaseerd op de uitspraak van de Profeet (ﷺ): “Degene die ḥidjāmah uitvoert en degene bij wie het wordt uitgevoerd, hebben hun vasten verbroken.”
-
Opmerking vertaler: over deze kwestie verschillen de geleerden van mening, zie dit artikel.
-
-
Het vasten van degene die ḥidjāmah uitvoert (op iemand anders) wordt ook verbroken, tenzij hij gebruik maakt van aparte instrumenten waardoor het niet nodig is om het bloed te zuigen (met zijn mond). In dat geval wordt zijn vasten niet verbroken.
-
Tot hetzelfde oordeel als ḥidjāmah behoren het aderlaten en het afnemen van bloed voor bloeddonatie.
-
Het verliezen van bloed door een wonde, het trekken van een kies, of een bloedneus heeft echter geen invloed op het vasten, omdat dit geen ḥidjāmah is en niet hetzelfde oordeel heeft.
5. Menstruatie en kraambloeding:
Als een vrouw tijdens het vasten bloed van menstruatie of kraambloeding ziet, wordt haar vasten verbroken. Het is verplicht om de gemiste dagen later in te halen. Dit is gebaseerd op de uitspraak van de Profeet (ﷺ): “Is het niet zo dat wanneer zij menstrueert, zij niet bidt en niet vast?”
6. Intentie om het vasten te breken:
Als een vastende besluit om het vasten te verbreken vóór de tijd van het verbreken (ifṭār), zelfs zonder iets te eten of drinken, wordt zijn vasten ongeldig. De intentie (niyyah) is namelijk een van de twee pilaren van het vasten. Als de intentie bewust en opzettelijk wordt opgeheven met als bedoeling het vasten stop te zetten, wordt het vasten verbroken.
7. Afvalligheid (riddah):
Het vasten wordt ongeldig door afvalligheid (het verlaten van de Islām), omdat dit haaks staat op aanbidding. Dit is gebaseerd op het vers: {Als jij Shirk pleegt (deelgenoten toekent aan Allāh), zullen je daden zeker teniet worden gedaan.} (39:65)
Hoofdstuk Drie: Aanbevolen en afgeraden zaken bij het vasten
[Eerste kwestie: Aanbevolen zaken bij het vasten]
Het is aanbevolen voor de vastende om de volgende zaken in acht te nemen:
1. Het eten van soeḥoer (de maaltijd vóór fadjr):
-
Dit is gebaseerd op de uitspraak van de Profeet (ﷺ): “Verricht de soeḥoer, want in soeḥoer ligt zegen (barakah).”
-
Soeḥoer wordt bereikt door veel of weinig te eten, zelfs als het slechts een slokje water is.
-
De tijd voor soeḥoer is vanaf het midden van de nacht tot aan het aanbreken van fadjr.
2. Het uitstellen van soeḥoer:
Dit is gebaseerd op de overlevering van Zayd ibn Thābit (moge Allāh tevreden met hem zijn), die zei: “Wij aten soeḥoer met de Boodschapper van Allāh (ﷺ), en daarna stonden wij op om te bidden.” Ik vroeg: “Hoeveel tijd zat er tussen (de soeḥoer en het gebed)?” Hij antwoordde: “De tijd die het kost om vijftig verzen te reciteren.”
3. Het haasten met ifṭār (het verbreken van het vasten):
Het is aanbevolen voor de vastende om zijn vasten te verbreken zodra de zonsondergang zeker is vastgesteld. Dit is gebaseerd op de overlevering van Sahl ibn Sa‘d (moge Allāh tevreden met hem zijn), die zei dat de Profeet (ﷺ) zei: “De mensen zullen in een goede toestand blijven zolang zij hun vasten snel verbreken.”
4. Het verbreken van het vasten met verse dadels:
-
Als deze niet beschikbaar zijn, dan met gedroogde dadels. En het is aanbevolen dat dit een oneven aantal is. Als er geen dadels zijn, dan met een paar slokken water.
-
Dit is gebaseerd op de overlevering van Anas (moge Allāh tevreden met hem zijn), die zei: “De Boodschapper van Allāh (ﷺ) brak zijn vasten met verse dadels vóórdat hij bad. Als er geen verse dadels waren, dan met gedroogde dadels. En als er geen dadels waren, nam hij enkele slokken water.”
-
Als iemand niets vindt (van eten of drinken) om zijn vasten mee te verbreken, volstaat het om de intentie in zijn hart te maken om het vasten te verbreken.
5. Het verrichten van smeekbeden (doe‘ā) bij ifṭār en tijdens het vasten:
Dit is gebaseerd op de uitspraak van de Profeet (ﷺ): “Drie personen van wie de smeekbeden niet worden afgewezen: de vastende tot hij zijn vasten verbreekt, de rechtvaardige leider, en de onderdrukte persoon (die onrecht wordt aangedaan).”
6. Het veelvuldig geven van liefdadigheid (ṣadaqah), recitatie van de Koran, het voeden van vastenden en andere goede daden:
Ibn ʿAbbās (moge Allāh tevreden met hen zijn) heeft gezegd: “De Boodschapper van Allāh (ﷺ) was de meest vrijgevige van de mensen in het verrichten van goede daden, en hij was het meest vrijgevig in Ramaḍān wanneer Djibrīl hem bezocht. Djibrīl ontmoette hem elke nacht in Ramaḍān om samen de Koran te bestuderen. En wanneer Djibrīl hem ontmoette, was de Boodschapper van Allāh (ﷺ) vrijgeviger in goede daden dan een vrij stromende wind.”
7. Het zich inspannen om het nachtgebed te verrichten:
-
Vooral in de laatste tien dagen van Ramaḍān. ‘Āishah (moge Allāh tevreden met haar zijn) heeft overgeleverd: “Als de laatste tien (nachten) van Ramaḍān zouden binnentreden, dan zou de Profeet (ﷺ) zijn onderkleed strak vastmaken (oftewel geen gemeenschap hebben), zijn nacht doen laten leven (d.m.v. aanbidding) en zijn familie wakker maken.”
-
Ook vanwege de algemene uitspraak van de Profeet (ﷺ): “Wie in Ramaḍān het nachtgebed verricht met geloof en in de hoop op beloning, zullen zijn eerdere zonden vergeven worden.”
8. Het verrichten van de ‘Omrah in Ramaḍān:
Dit is gebaseerd op de uitspraak van de Profeet (ﷺ): “Een ‘Omrah in Ramaḍān is gelijk aan een Ḥadj.”
9. Het zeggen van: ‘Ik ben vastende’ tegen iemand die jou uitscheldt:
Dit is gebaseerd op de uitspraak van de Profeet (ﷺ): “Vasten is een bescherming, dus als iemand van jullie een vastendag heeft, laat hem dan geen vieze woorden gebruiken, schreeuwen of ruzie maken. Als iemand hem uitscheldt of wil bevechten, laat hem dan zeggen: ‘ik ben vastende, ik ben vastende.’”
[Tweede kwestie: Afgeraden zaken bij het vasten]
Er zijn bepaalde zaken die voor de vastende afgeraden zijn, omdat ze kunnen leiden tot een vermindering van de beloning of het in gevaar brengen van het vasten:
1. Overdrijven in het spoelen van de mond en het opsnuiven van water:
Dit vanwege het risico dat water de maag bereikt. Dit is gebaseerd op de uitspraak van de Profeet (ﷺ): “Overdrijf in het opsnuiven van water (bij de woḍoe), behalve als je vast.”
2. Kussen door degene wiens lust wordt opgewekt en die zichzelf niet vertrouwt:
-
Het is afgeraden voor de vastende om zijn vrouw of slavin (dienares) te kussen omdat dit kan leiden tot het opwekken van seksuele verlangens, wat op zijn beurt kan leiden tot het verbreken van het vasten door zaadlozing of geslachtsgemeenschap.
-
Als iemand zichzelf kan beheersen en zeker weet dat hij zijn vasten niet in gevaar brengt, is er geen bezwaar (om zijn vrouw te kussen), omdat de Profeet (ﷺ) ook zijn vrouw kuste terwijl hij vastte. ‘Āishah (moge Allāh tevreden met haar zijn) zei: “Hij (de Profeet) was de beste in het beheersen van zijn verlangens.”
-
Ook moet een persoon [tijdens het vasten] alles vermijden wat lust opwekt, zoals langdurig naar de echtgenote kijken of nadenken over geslachtsgemeenschap, omdat dit kan leiden tot zaadlozing of geslachtsgemeenschap.
3. Het doorslikken van slijm (nakhāmah):
Dit is afgeraden, omdat dit de maag bereikt, het lichaam versterkt, en daarnaast ook wordt beschouwd als iets weerzinwekkends en schadelijk voor de gezondheid.
4. Het proeven van voedsel zonder noodzaak:
Dit is afgeraden, tenzij het nodig is, zoals voor een kok die het zoutgehalte of de smaak moet controleren. In dat geval is het toegestaan, zolang men ervoor zorgt dat er niets de keel bereikt.
Hoofdstuk Vier: Het inhalen van het vasten, het aanbevolen vasten, en het vasten dat verboden of afgeraden is
[Eerste kwestie: Het inhalen van vasten]
1. Als iemand zonder geldig excuus een dag van Ramaḍān niet vast:
-
Het is verplicht voor hem om berouw te tonen aan Allāh en om vergeving te vragen, want dit is een ernstige zonde en een grote overtreding.
-
Hij moet daarnaast verplicht de gemiste dagen inhalen na Ramaḍān. En het inhalen (van het vasten) moet hier onmiddellijk plaatsvinden (zonder dit uit te stellen), volgens de correcte mening van de geleerden, omdat het hem niet was toegestaan om zijn vasten te verbreken. Want de basisregel is dat het vasten op de voorgeschreven tijd wordt uitgevoerd.
2. Als iemand met een geldig excuus het vasten verbreekt:
-
Bijvoorbeeld door menstruatie, kraambloeding, ziekte, reis, of andere toegestane redenen.
-
Het is verplicht om deze dagen in te halen, maar dit hoeft niet onmiddellijk. Het mag worden uitgesteld tot vóór de volgende Ramaḍān.
-
Het is echter aanbevolen om het inhalen te bespoedigen, om de verplichting snel te vervullen en omdat het veiliger is voor de dienaar; er kan namelijk iets gebeuren dat hem verhindert te vasten, zoals ziekte of iets dergelijks.
3. Als het inhalen niet gebeurt vóór het aanbreken van de volgende Ramaḍān:
-
Als er een geldig excuus is voor dit uitstel, zoals het voortduren van de reden (bv. ziekte), dan moet de persoon de gemiste dagen inhalen na de tweede Ramaḍān.
-
Als er geen geldig excuus is voor het uitstel tot na de volgende Ramaḍān, dan moet de persoon naast het inhalen van de gemiste dagen ook voor elke gemiste dag een arme voeden (fidyah geven).
4. Volgorde bij het inhalen:
- Het is niet verplicht om de dagen opeenvolgend in te halen. Het mag verspreid worden ingehaald, zoals blijkt uit het vers: {Maar wie van jullie ziek is of op reis, [die vast] dan eenzelfde aantal [dagen] op andere dagen.} (2:184)
- Allāh ﷻ heeft in dit vers geen opeenvolging verplicht gesteld, anders zou Hij dit hebben verduidelijkt.
[Tweede kwestie: Het aanbevolen vasten]
Uit de wijsheid en genade van Allah ﷻ jegens Zijn dienaren is dat Hij voor hen vrijwillige daden van aanbidding heeft voorgeschreven die vergelijkbaar zijn met de verplichte handelingen. Dit is bedoeld om de beloning en verdiensten van de gelovigen te vergroten en om tekortkomingen of gebreken die kunnen optreden bij de verplichte handelingen te compenseren. Zoals eerder is vermeld: de verplichte daden van aanbidding worden op de Dag der Opstanding aangevuld met de vrijwillige daden. De aanbevolen vastendagen zijn:
1. Het vasten van zes dagen in de maand Shawwāl:
Gebaseerd op de overlevering van Aboe Ayyoeb al-Anṣārī (moge Allāh tevreden met hem zijn), die zei dat de Profeet (ﷺ) zei: “Wie de maand Ramaḍān vast en dit opvolgt met zes dagen in Shawwāl, het is alsof hij het hele jaar heeft gevast.”
2. Het vasten op de Dag van ‘Arafah (voor niet-pelgrims):
-
Gebaseerd op de overlevering van Aboe Qatādah (moge Allāh tevreden met hem zijn), die zei dat de Profeet (ﷺ) zei: “Met het vasten op de dag van ‘Arafah hoop ik dat Allāh de zonden vergeeft van het voorgaande jaar en het komende jaar.”
-
Voor de pelgrim (die Ḥadj verricht) is het echter niet aanbevolen om op de dag van ‘Arafah te vasten, omdat de Profeet (ﷺ) op die dag het vasten brak terwijl de mensen toekeken. Daarnaast geeft het niet vasten de pelgrim meer kracht om te aanbidden en smeekbeden te verrichten op die dag.
3. Het vasten op de Dag van ‘Āshoerā (de 10e dag van de maand al-Moeḥarram):
-
Gebaseerd op de overlevering waarin de Profeet (ﷺ) werd gevraagd over het vasten op ‘Āshoerā, en hij zei: “Ik hoop van Allāh dat het de zonden van het voorgaande jaar uitwist.”
-
Het is aanbevolen om een dag vóór of een dag na ‘Āshoerā te vasten, om te verschillen van de joden. De Profeet (ﷺ) zei: “Als ik het volgende jaar meemaak, zal ik [ook] de negende vasten.” En hij (ﷺ) zei ook: “Vast een dag ervoor of een dag erna; wees verschillend van de joden.”
4. Het vasten op maandag en donderdag:
Gebaseerd op de overlevering van ‘Āishah (moge Allāh tevreden met haar zijn), die zei: “De Profeet (ﷺ) was bijzonder zorgzaam over het vasten op maandag en donderdag.” Ook vanwege de uitspraak van de Profeet (ﷺ): “De daden worden gepresenteerd op maandag en donderdag, en ik wil dat mijn daden worden gepresenteerd terwijl ik vast.”
5. Het vasten van drie dagen per maand:
-
Gebaseerd op de uitspraak van de Profeet (ﷺ) tegen ‘Abdoellāh ibn ‘Amr: “Vast drie dagen per maand, want één goede daad wordt tienvoudig beloond, en dat is als het vasten van het hele jaar.” En overgeleverd door Aboe Hoerayrah (moge Allāh tevreden met hem zijn) dat hij zei: “Mijn dierbare vriend (de Profeet ﷺ) heeft mij drie dingen aanbevolen: het vasten van drie dagen in elke maand, het verrichten van twee gebedseenheden van het Ḍoḥā gebed, en het bidden van het Witr gebed voordat ik ga slapen.”
-
Het is aanbevolen dat deze drie dagen de ‘witte dagen’ zijn, namelijk de 13e, 14e en 15e van elke maand (volgens de islamitische maankalender). Dit wordt ondersteund door de overlevering van Aboe Dharr (moge Allāh tevreden met hem zijn), waarin de Boodschapper van Allah (ﷺ) zei: “Wie van jullie wil vasten in de maand, laat hem dan de drie witte dagen vasten.”
6. Het vasten om de dag (een dag wel en een dag niet):
Gebaseerd op de uitspraak van de Profeet (ﷺ): “De beste vorm van vasten is het vasten van Dāwoed (ﷺ): hij vastte telkens een dag en brak het vasten de volgende dag.” Dit behoort tot de beste vormen van vrijwillig vasten.
7. Het vasten in de maand al-Moeḥarram:
Gebaseerd op de overlevering van Aboe Hoerayrah (moge Allāh tevreden met hem zijn), die zei dat de Profeet (ﷺ) zei: “Het beste vasten na Ramaḍān is [het vasten] in de maand van Allāh, al-Moeḥarram. En het beste gebed na het verplichte gebed is het nachtgebed.”
8. Het vasten van de eerste negen dagen van de maand Dhoel–Ḥidjjah:
Deze dagen beginnen op de eerste dag van de maand Dhoel-Ḥidjjah en eindigen met de negende dag, de Dag van ‘Arafah. Dit is gebaseerd op de algemene overleveringen over de deugdzaamheid van goede daden in deze dagen. De Profeet (ﷺ) zei: “Er zijn geen dagen waarin goede daden geliefder zijn bij Allāh dan deze [eerste] tien dagen [van de maand Dhoel-Ḥidjjah].”—En het vasten behoort tot de goede daden.
[Derde kwestie: Het vasten dat verboden of afgeraden is]
1. Het uitzonderen van de maand Radjab met het vasten:
-
Het is afgeraden om de maand Radjab uit te zonderen met het vasten, omdat dit een kenmerk was van de gebruiken uit de tijd van de pre-islamitische onwetendheid (djāhiliyyah). Zij vereerden deze maand.
-
Als iemand Radjab vast in combinatie met andere maanden, is dit niet afgeraden, omdat het vasten dan niet specifiek voor deze maand bedoeld is.
-
Het is overgeleverd dat Aḥmed ibn Kharashah ibn al-Ḥoerr zei: “Ik zag ‘Omar ibn al-Khaṭṭāb de handen slaan van degenen die Radjab vastten, totdat zij gingen eten, en hij zei: ‘Eet, want het is slechts een maand die werd vereerd door al-djāhiliyyah (de pre-islamitische onwetendheid).’”
2. Het afzonderlijk vasten van de vrijdag:
-
Het is afgeraden om de vrijdag uit te zonderen met het vasten, gebaseerd op de uitspraak van de Profeet (ﷺ): “Vast niet op de vrijdag, tenzij je ook een dag ervoor of een dag erna vast.”
-
Als iemand vrijdag vast in combinatie met een dag ervoor of erna, is dit niet afgeraden, zoals blijkt uit bovenstaande overlevering.
3. Het afzonderlijk vasten van de zaterdag:
-
Het is afgeraden om de zaterdag uit te zonderen met het vasten, gebaseerd op de uitspraak van de Profeet (ﷺ): “Vast niet op de zaterdag, behalve wat voor jullie verplicht is.”
-
Het verbod betreft specifiek het vasten van zaterdag zonder andere dagen erbij, omdat dit een dag is die door de joden wordt geëerd.
-
Als de zaterdag gecombineerd wordt met een andere dag, is er geen probleem. Dit is gebaseerd op de uitspraak van de Profeet (ﷺ) tegen de moeder der gelovigen, Djoewayriyah, toen hij haar op een vrijdag aantrof terwijl zij aan het vasten was: “Heb je gisteren gevast?” Zij antwoordde: “Nee.” Hij zei: “Ben je van plan morgen te vasten?” Zij antwoordde: “Nee.” Hij zei: “Verbreek dan je vasten.”
De uitspraak van de Profeet (ﷺ): “Ben je van plan morgen te vasten?” wijst dus op de toelaatbaarheid van het vasten op zaterdag in combinatie met een andere dag.
-
Imām at-Tirmidhī zei na het overleveren van de eerder genoemde overlevering over het verbod: “De betekenis van de afkeurenswaardigheid hierin is dat een persoon de zaterdag specifiek aanwijst voor vasten, omdat de joden de zaterdag verheerlijken.”
- Opmerking vertaler: wat betreft het vasten op zaterdagen, zie ook deze video.
4. Het verbod op het vasten van Yawm ash-Shakk (de dag van twijfel):
-
Dit is de dertigste dag van Sha‘bān als de lucht bewolkt is en het niet mogelijk is de nieuwe maan te zien. Als de lucht helder is, bestaat er geen twijfel.
-
Het verbod is gebaseerd op de uitspraak van ‘Ammār (moge Allāh tevreden met hem zijn): “Wie de dag van twijfel vast, heeft Aboe al-Qāsim (de Profeet ﷺ) ongehoorzaamd.” Ook is dit gebaseerd op de uitspraak van de Profeet (ﷺ): “Laat niemand Ramaḍān voorafgaan door één of twee dagen te vasten, tenzij het een dag is die hij gewoonlijk vastte.”
-
De betekenis hiervan is dat niemand vóór de maand Ramaḍān een dag moet vasten met als bedoeling voorzichtigheid in acht te nemen, omdat het vasten van Ramaḍān afhankelijk is van het waarnemen van de nieuwe maan, en er dus geen reden is om zich hierin onnodig te belasten. Voor iemand die echter een gewoonte heeft om op bepaalde dagen te vasten, is er niets mis mee, omdat dit niet bedoeld is als ontvangst van de maand Ramaḍān. Uitzonderingen hierop zijn ook het inhalen van gemiste vastendagen en het vervullen van een gelofte (nadhr) die men heeft afgelegd, omdat deze verplicht zijn.
5. Het verbod op het vasten van de twee feestdagen (‘Eid al-Fitr en ‘Eid al-Aḍḥā):
-
Het is verboden om te vasten op de dag van ‘Eid al-Fitr en de dag van ‘Eid al-Aḍḥā.
-
Dit is gebaseerd op de overlevering van Aboe Sa‘īd al-Khoedrī (moge Allāh tevreden met hem zijn): “De Profeet (ﷺ) verbood het vasten op de dag van ‘Eid al-Fitr en ‘Eid al-Aḍḥā.”
-
Ook is er een overlevering van ‘Omar ibn al-Khaṭṭāb (moge Allāh tevreden met hem zijn), die zei: “Dit zijn twee dagen waarvan de Boodschapper van Allah (ﷺ) het vasten heeft verboden: de dag waarop jullie het vasten van Ramaḍān verbreken (‘Eid al-Fitr), en de andere dag waarop jullie eten van jullie offerdieren (‘Eid al-Aḍḥā).”
6. Het is afgeraden om te vasten op de Dagen van Tashrīq:
-
Dit zijn de drie dagen na de dag van ‘Eid al-Aḍḥā (de 11e, 12e en 13e van de maand Dhoel–Ḥidjjah).
-
Dit is gebaseerd op de uitspraak van de Profeet (ﷺ): “De dagen van Tashrīq zijn dagen van eten, drinken en het gedenken van Allāh ﷻ.” En ook zijn uitspraak: “De dag van ‘Arafah, de dag van ‘Eid al-Aḍḥā, en de Dagen van Tashrīq zijn onze feestdagen, mensen van de islam. Het zijn dagen van eten en drinken.”
-
Uitzondering: Het is toegestaan om op de Dagen van Tashrīq te vasten voor degenen die de tamattoe‘- of qirān-bedevaart verrichten en niet in staat zijn om een offerdier te kopen. Dit is gebaseerd op de overlevering van ‘Āishah en Ibn ‘Omar (moge Allāh tevreden met hen zijn), die zeiden: “Er werd toestemming gegeven om op de Dagen van Tashrīq te vasten voor degenen die geen offerdier konden vinden.”
Hoofdstuk Vijf: Al-I‘tikāf (seculsie in de moskee)
De vertaling hiervan verschijnt binnenkort, met Allāh’s wil.
Bron: al-Fiqh al-Moeyassar (met introductie van Shaykh Ṣāliḥ Āle-sh-Shaykh), pg. 149 en verder (hier vind je ook alle referenties terug van de genoemde overleveringen)
Vertaling: moskee el albani
Tip: Op ons YouTube kanaal hebben we ook veel fatwa’s omtrent het vasten en Ramaḍān, klik hier.