De vijf voorwaarden voor de acceptatie van berouw — Shaykh al-‘Oethaymīn
Vraag:
Accepteert Allāh de aanbidding en het berouw van iemand die vernederd is (door zonde)? En hoe kijkt Allāh naar hem in deze wereld en in het hiernamaals?
Antwoord van Shaykh al-‘Oethaymīn:
Allāh ﷻ accepteert het berouw van iedereen die berouw toont over een zonde, als het berouw oprecht is en voldoet aan de vijf voorwaarden, namelijk:
- Ikhlāṣ (oprechte toewijding of zuivere intentie) jegens Allāh ﷻ: Dat de drijfveer voor zijn berouw uitsluitend Ikhlāṣ jegens Allāh is, en niet het zoeken naar wereldse zaken of rijkdom.
- Spijt hebben over de begane zonde: Want spijt is een bewijs van de oprechtheid van het berouw.
- Onmiddellijk stoppen met de zonde: Waaronder het teruggeven van rechten aan degenen die er recht op hebben, als het om rechten van mensen gaat.
- Vastbeslotenheid om niet terug te keren naar de zonde in de toekomst.
- Het berouw moet op tijd zijn: Dat wil zeggen vóór het opkomen van de zon uit het westen in algemene zin, en vóórdat de dood tot iemand komt in het bijzonder. Allāh ﷻ zegt immers: {Berouw is er niet voor degenen die het slechte blijven doen, totdat de dood bij een van hen komt en hij zegt: ‘Nu toon ik berouw.’} (4:18)
Als deze voorwaarden voor berouw zijn vervuld, accepteert Allāh ﷻ het, ongeacht hoe groot de zonde is. Zoals Hij ﷻ zegt: {Zeg: ‘O Mijn dienaren die tegen zichzelf buitensporig zijn geweest, wanhoop niet aan de barmhartigheid van Allāh. Allāh vergeeft immers alle zonden. Voorwaar, Hij is de Vergevende, de Meest Barmhartige.’} (39:53)
Bron: audio
Vertaling: moskee el albani