De voorschriften van de moskee: verplichte, aanbevolen, verboden en toegestane handelingen — Shaykh al-Albānī
Verplichtingen en aanbevolen handelingen m.b.t. de moskee
1. Het is verplicht om de moskee schoon te maken en te parfumeren.
2. Het voorzien van de moskee van verlichting, zonder buitensporig te zijn daarin.
3. Men dient met kalmte en waardigheid naar de moskee te lopen en zich niet te haasten.
4. Als men ervoor kiest om schoenen in de moskee te dragen, moet men de zolen aan de grond afvegen om ze schoon te maken voordat men naar binnen gaat.
5. Het is soennah om bij het binnengaan van de moskee met de rechtervoet te beginnen.
6. Het is aanbevolen om bij het binnengaan te zeggen:
أَعُوذُ بِاللهِ العَظِيمِ وَبِوَجْهِهِ الكَرِيمِ وَسُلْطَانِهِ القَدِيمِ مِنَ الشَّيْطَانِ الرَّجِيمِ
“A’oedhoe billāhil-‘Adhīm, wa bi-Wadjhihil-Karīm, wa Soelṭānihil-Qadīm, mina-sh-shayṭāni-r-radjīm.”
(Ik zoek toevlucht bij Allāh de Almachtige, bij Zijn Edele Aangezicht en bij Zijn Eeuwige Heerschappij tegen de vervloekte Shaytān)
En om ook te zeggen, zoals de Profeet (ﷺ) zei:
بِسْمِ الله، اللّهُمَّ صَلِّ عَلَى مُحَمَّدٍ وَسَلِّمْ، اللّهُمَّ افْتَحْ لِي أَبْوَابَ رَحْمَتِكَ
“Bismillāh, Allāhoemma ṣalli ‘alā Moḥammad wa sallim, Allāhoemma-ftaḥ lī abwāba raḥmatik.”
(In de naam van Allāh. O Allāh, stuur zegeningen over Moḥammed en schenk hem vrede. O Allāh, open voor mij de deuren van Uw genade)
7. Het is verplicht om eerst twee rak‘ahs (gebedseenheden) te verrichten voordat men gaat zitten in de moskee. Dit gebed staat bekend als ‘taḥiyyatoel masjid’. Het wordt gebeden, zelfs door degene die de moskee binnengaat op vrijdag tijdens de khotbah (preek), maar hij dient het gebed kort te houden.
8. Bij terugkomst van een reis dient men eerst naar de moskee te gaan om daarin twee rak‘ahs te bidden.
9. Het is soennah om bij het verlaten van de moskee met de linkervoet te beginnen, tegenovergesteld aan het binnengaan.
10. Men zegt bij het verlaten van de moskee:
بِسْمِ الله، اللّهُمَّ صَلِّ عَلَى مُحَمَّدٍ وَسَلِّمْ، اللّهُمَّ إِنِّي أَسْأَلُكَ مِنْ فَضْلِكَ
“Bismillāh, Allāhoemma ṣalli ‘alā Moḥammad wa sallim, Allāhoemma innī as’aloeka min faḍlik.”
(In de naam van Allāh. O Allāh, stuur zegeningen naar Moḥammed en schenk hem vrede. O Allāh, ik vraag U om Uw gunst)
Soms zegt men ook:
اللَّهُمَّ اعْصِمْنِي مِنَ الشَّيْطَانِ الرَّجِيمِ
“Allāhoemma-’iṣimnī mina-sh-shayṭāni-r-radjīm”
(O Allāh, bescherm mij tegen de vervloekte Shaytān)
11. Het verlaten van de moskee met de intentie om ernaar terug te keren, in de hoop tot degenen te behoren die de Profeet (ﷺ) noemde in de ḥadīth: “Er zijn zeven die Allāh zal beschaduwen met Zijn schaduw op de Dag dat er geen schaduw zal zijn, behalve Zijn schaduw..”
12. Het is aanbevolen voor degenen die vrij zijn en geen werk hebben of financieel onafhankelijk zijn, om in de moskee te blijven en te wachten op het volgende gebed. Hierin ligt grote verdienste, zoals de Profeet (ﷺ) zei: “Wie in de moskee blijft zitten in afwachting van het gebed, bevindt zich in een staat van gebed.”
Verboden handelingen m.b.t. de moskee
1. Het verlaten van de moskee ná de Adhān (oproep tot gebed) en vóór het verrichten van het gebed.
2. Het in elkaar verstrengelen van de vingers zolang men in de moskee is. (Na afloop van het gebed is het wel toegestaan).
3. Het is verboden de moskee te naderen voor iemand die knoflook of andere stinkende dingen heeft geconsumeerd, zolang de onaangename geur aanwezig is.
4. Het nemen van een vaste plaats in de moskee voor het gebed, waarbij men deze plek nooit verlaat voor een andere.
5. Het zitten in een kring vóór het vrijdaggebed, zelfs voor kennis en studie.
6. Het voordragen van poëzie – dit houdt in het opscheppen met poëzie en het overmatig gebruik ervan, zodat het de overhand krijgt boven andere [nuttige] zaken en het leidt tot veel rumoer en opschudding, wat in strijd is met de heiligheid en onschendbaarheid van de moskee.
7. Het omroepen van een verloren voorwerp, en er met een luide stem naar vragen. Dit is niet toegestaan in de moskee.
8. Het kopen en verkopen in de moskee is verboden. Tevens is het verplicht om te zeggen tegen degene die koopt of verkoopt in de moskee: “Moge Allāh jouw handel niet laten slagen (لَا أَرْبَحَ اللهُ تِجَارَتَكَ)“, zoals de Profeet (ﷺ) heeft opgedragen.
9. Het opleggen van wettelijke straffen (ḥoedoed) en het uitvoeren van vergeldingsmaatregelen (qiṣāṣ).
10. Het spugen in de moskee, vooral in de richting van de qiblah of naar rechts. Dit is verboden.
11. Het is verboden om in de moskee te urineren of soortgelijke handelingen te verrichten.
12. Het gebruiken van de moskee als doorgang (d.w.z. dat de moskee wordt genomen als een pad waar mensen doorheen lopen).
Toegestane handelingen m.b.t. de moskee
1. Het is toegestaan om af en toe doorheen de moskee te lopen voor een noodzakelijke reden.
2. Vrouwen mogen naar de moskee komen onder twee voorwaarden:
- Ze mogen geen parfum dragen, en ze mogen zich niet opzichtig kleden en hun schoonheden vertonen.
- Ze moeten toestemming vragen aan hun echtgenoten, en de echtgenoten moeten op hun beurt toestemming verlenen aan hen.
3. Het is toegestaan voor een vrouw in haar menstruatieperiode om de moskee te betreden, vooral als er een noodzaak is.
4. Het betreden van de moskee met een wapen, zolang het niet getrokken is, is toegestaan.
5. Het is toegestaan om kinderen de moskee binnen te brengen.
6. Het is toegestaan om een overledene naar de moskee te brengen om het gebed voor de overledene (ṣalāt al-djanāzah) te verrichten.
7. Het is toegestaan om een polytheïst (niet-moslim) de moskee binnen te laten voor een noodzaak, met uitzondering van de Heilige Moskee in Mekka (al-Masjid al-Ḥarām). Het is verboden hen toe te laten tot al-Masjid al-Ḥarām, zoals Allāh zegt in de Qor-ān: {O jullie die geloven: voorwaar, de polytheïsten zijn onrein (nadjis). Laat hen daarom al-Masjid al-Ḥarām niet naderen na dit jaar van hen..} (9:28). En dit vers is een bewijs voor het verbod op de toegang van ongelovigen en polytheïsten tot al-Masjid al-Ḥarām, en deze bewoording duidt op het hele Ḥaram gebied.
8. Het is toegestaan om een dier binnen te brengen als dat nodig is.
9. Het verrichten van de kleine rituele wassing (wodoe) in de moskee.
10. Het samenkomen en in een kring zitten voor het bestuderen van de Qor-ān en kennis.
11. Het voordragen van goede poëzie (shi‘r) is af en toe toegestaan, vooral als het de islām verdedigt.
12. Het opzetten van een tent voor een zieke of andere mensen in nood is toegestaan.
13. Het oefenen met speren of soortgelijke oorlogswapens is toegestaan, aangezien dit training voor de strijd en versterking voor de djihād inhoudt.
14. Het is toegestaan om een gevangene aan een zuil van de moskee vast te binden.
15. Het uitvoeren van rechtszaken en het verrichten van al-li‘ān (een vervloekingsprocedure tussen echtgenoten) in de moskee is toegestaan.
16. Het liggen in de moskee is toegestaan.
17. Mannen mogen in de moskee slapen of een dutje doen (siësta) als daar behoefte aan is, zelfs als ze geen reizigers zijn, maar de moskee mag niet worden gebruikt als een vaste slaap- of rustplaats.
18. Het is toegestaan voor daklozen, zowel mannen als vrouwen, om in een hoek van de moskee te verblijven.
19. De distributie van rijkdommen (zoals die van ṣadaqah en zakāt al-fitr) onder de moslims is toegestaan in de moskee.
20. Het ophangen van dadeltrosjes of trosjes druiven voor de armen is toegestaan.
21. Het is toegestaan voor een behoeftige om in de moskee om (financiële) hulp te vragen, en voor anderen om hem liefdadigheid (ṣadaqah) te geven.
22. Toegestane gesprekken voeren is af en toe toegestaan, zolang dit niet een gewoonte wordt.
23. Het eten en drinken in de moskee is af en toe toegestaan.
Bron: “ath-Thamar al-Moestaṭāb fī Fiqh as-Soennah wal-Kitāb” van Shaykh al-Albānī (vanaf pagina 584). Voor een meer gedetailleerde bespreking en bewijsvoering met betrekking tot elk onderwerp, is het aan te raden om het boek te raadplegen.