Een samenvatting van de regels omtrent het Witr-gebed (al-Fiqh al-Moeyassar)
[Het oordeel van het witr-gebed, de verdienste ervan en het tijdstip ervan]
Het oordeel ervan: Het witr-gebed is een sterk aanbevolen soennah (soennah moe-akkadah). De Profeet (ﷺ) heeft er sterk op aangedrongen en het aangemoedigd. Hij (ﷺ) zei: “Allāh is witr en houdt van al-witr”. En hij (ﷺ) zei: “O mensen van de Koran, verricht het witr-gebed, want Allāh is witr en houdt van al-witr”.
Het tijdstip ervan: De tijd van het witr-gebed ligt tussen het ‘Ishā’-gebed en het Fadjr-gebed, volgens consensus van de geleerden. Dit is gebaseerd op de praktijk van de Profeet (ﷺ) en zijn uitspraak: “Allāh heeft jullie voorzien van een gebed dat beter is dan rode kamelen: het witr-gebed, dat tussen het ‘Ishā’-gebed en het aanbreken van de dageraad (Fadjr) ligt”.
Wanneer de dageraad (Fadjr) aanbreekt, stopt de tijd voor het witr-gebed, op basis van de uitspraak van de Profeet (ﷺ): “Het nachtgebed is twee (rak’ahs) bij twee, en als een van jullie bang is dat de dageraad aanbreekt, laat hem dan één rak‘ah bidden om daarmee zijn eerdere gebeden oneven te maken”. Dit is een bewijs dat de tijd voor het witr-gebed eindigt bij het aanbreken van Fadjr.
Ibn Ḥadjar zei: “Nog duidelijker in bewijs is wat Aboe Dāwoed en an-Nasā-ī overleverden, en door Aboe ‘Awānah en anderen als authentiek is bevonden… dat Ibn ‘Omar zei: ‘Wie ‘s nachts bidt, laat hem zijn gebed afsluiten met witr, want de Boodschapper van Allāh (ﷺ) beval dit te doen. En als de Fadjr is aangebroken, dan is al het nachtgebed en het witr gebed voorbij.’“
Het verrichten van het witr-gebed aan het einde van de nacht is beter dan aan het begin, maar het is aanbevolen om het eerder in de nacht te verrichten voor degene die denkt niet op te kunnen staan in het laatste gedeelte van de nacht. Voor degene die denkt op te kunnen staan in het laatste gedeelte van de nacht, is het aanbevolen om het witr-gebed uit te stellen (tot het einde van de nacht). Dit is gebaseerd op de overlevering van Djābir – moge Allāh tevreden met hem zijn – die zei dat de Boodschapper van Allāh (ﷺ) zei: “Wie vreest niet op te staan aan het einde van de nacht, laat hem witr verrichten aan het begin van de nacht. En wie hoopt op te staan aan het einde van de nacht, laat hem witr verrichten aan het einde van de nacht, want het gebed aan het einde van de nacht wordt bijgewoond (door de Engelen) en dat is beter”.
[De hoedanigheid van het witr-gebed en het aantal rak‘ahs ervan]
Het minimum aantal voor het witr-gebed is één rak‘ah, gebaseerd op de overleveringen van Ibn ‘Omar en Ibn ‘Abbās die doorgeven dat de Profeet (ﷺ) zei: “Het witr-gebed is één rak‘ah in het laatste deel van de nacht”. Ook wordt het overgeleverd van Ibn ‘Omar, zoals eerder genoemd: “..laat hem dan één rak‘ah bidden om daarmee zijn eerdere gebeden oneven te maken”.
Het is toegestaan om het witr-gebed te verrichten met drie rak‘ahs, zoals overgeleverd door ‘Āishah – moge Allāh tevreden met haar zijn – die zei dat de Profeet (ﷺ) “vier rak‘ahs bad. Vraag niet naar hun schoonheid en lengte. En dan bad hij weer vier rak‘ahs. Vraag niet naar hun schoonheid en lengte. En daarna bad hij drie rak‘ahs”.
Deze drie rak‘ahs kunnen op twee manieren worden verricht:
1. Door twee keer de taslīm (vredesgroet om het gebed af te sluiten) te verrichten (oftewel: eerst twee rak‘ahs bidden, dan afsluiten met taslīm, en dan nog één rak‘ah bidden en afsluiten met taslīm), zoals overgeleverd van ‘Abdoellāh ibn ‘Omar – moge Allāh tevreden met hen zijn – dat hij “de taslīm uitsprak na twee rak‘ahs (bij het witr gebed) zodat hij een van zijn zaken kon regelen (tussen de eerste twee rak’ahs en de derde rak’ah)”.
2. Achter elkaar (zonder onderbreking), met één tashahhoed en één taslīm aan het einde, zoals overgeleverd door ‘Āishah – moge Allāh tevreden met haar zijn – dat de Profeet (ﷺ) “het witr-gebed bad met drie rak‘ahs en hij zat alleen neer (voor de tashahhoed) in de laatste [rak‘ah]”.
Het is niet toegestaan om twee tashahhoeds te verrichten met één taslīm (zoals in het Maghrib-gebed), omdat de Profeet (ﷺ) dat verbood, zodat het witr-gebed niet op het Maghrib-gebed lijkt.
Het is ook toegestaan om het witr-gebed te verrichten met zeven of vijf rak‘ahs zonder neer te zitten (voor de tashahhoed) behalve aan het einde, gebaseerd op de overlevering van ‘Āishah – moge Allāh tevreden met haar zijn – die zei: “De Boodschapper van Allāh (ﷺ) bad ‘s nachts dertien rak‘ahs, waarvan hij vijf als witr verrichtte, en hij zat alleen neer (voor tashahhoed) in de laatste”. En er is een overlevering van Oem Salamah – moge Allāh tevreden met haar zijn – dat de Profeet (ﷺ) “het witr-gebed bad met zeven of vijf rak‘ahs, waarbij hij deze niet onderbrak door een taslīm of door het praten”.
Bron: al-Fiqh al-Moeyassar, pg. 64 en verder (hier vind je ook alle referenties terug van de genoemde overleveringen)
Vertaling: moskee el albani
Extra profijt: Shaykh ibn Bāz zei dat het voorgeschreven is in het witr gebed om de smeekbede van al-qonoet te verrichten. De overgeleverde smeekbede kan je hier leren: De smeekbede van al-qonoet tijdens het witr gebed (met audio)
Shaykh ibn Bāz zei verder: “En als hij meer extra smeekbeden (naast de overgeleverde smeekbede) wil verrichten, dan is daar niets mis mee. Als hij extra goede smeekbeden verricht, is dat allemaal goed. Dit wordt al-qonoet van het witr-gebed genoemd, en het vindt plaats in de laatste rak’ah van witr, die als onevenheid (witr) wordt verricht. Nadat hij is opgestaan uit de neerbuiging (roekoeʿ), heft hij zijn handen op en verricht hij deze qonoet, en smeekt hij met datgene wat Allah hem aan smeekbeden mogelijk maakt.” (Bron)
Na het afsluiten van het witr gebed is het aangeraden deze dhikr te zeggen.
Zie ook:
Het inhalen van het Witr-gebed na Fadjr? | Shaykh ibn Bāz