Het samenkomen voor condoleances, het bereiden van voedsel door de nabestaanden, het reciteren van de Koran voor de overledene, het dragen van zwarte kledij bij het rouwen
Vraagsteller: Het is jullie niet ontgaan wat voor overtredingen er tegenwoordig plaatsvinden bij het betuigen van condoleances, waarvan de minste is dat de nabije en verre familieleden van de overledene samenkomen in iemands huis of in het huis van de overledene, en dat zij dagenlang condoleances ontvangen. Er zijn verschillende meningen van de geleerden hierover. Mijn vraag is: als dit gebeurt, moet ik het huis verlaten of moet ik me erbij neerleggen? Vooral omdat familieleden hier sterk op aandringen, enzovoort…
Grootgeleerde Shaykh Ṣāliḥ Āl ash-Shaykh: De kwesties omtrent het betuigen van condoleances (ta‘ziyah) en het samenkomen van de familieleden van de overledene, die bedoeld zijn om gecondoleerd te worden of gesteund te worden in het verlies van hun dierbare, zoals de bekende bijeenkomsten die ‘condoleancebijeenkomsten’ worden genoemd, zijn een punt van discussie geweest onder de jongeren en sommige mensen in deze tijd, naar aanleiding van een fatwa van de eerwaarde Shaykh Moḥammed ibn ‘Oethaymīn, waarin werd gezegd dat dergelijke bijeenkomsten niet voorgeschreven zijn, maar dat het juist voorgeschreven is om niet samen te komen.
Echter, onze overige geleerden, waaronder de eerwaarde Shaykh ‘Abdel ‘Azīz ibn Bāz en andere Shaykhs, zeggen dat er niets mis is met het samenkomen, en deze mening is de meest juiste en voorkeur genietende, omdat het samenkomen met de familie van de overledene in deze tijd dient om condoleances te betuigen. Condoleance betuigen is een soennah en een voorgeschreven handeling. De Profeet ﷺ heeft gezegd: “Wie een getroffen persoon condoleert, krijgt een beloning gelijk aan die van hem.” Het bieden van steun is voorgeschreven. Als mensen verspreid zouden zijn, zou het moeilijk zijn om steun en condoleances te bieden, behalve met veel moeite. Want waar zou je de persoon ontmoeten, en hoe vind je zijn broer die misschien op zijn werk is? Zal je hem thuis vinden of is hij naar buiten gegaan? Dit zou leiden tot veel moeilijkheden en gemiste condoleances.
Daarom hebben degenen die fatwa hebben gegeven over de toelaatbaarheid van samenkomen gezegd dat dit valt onder de stelregel: “Het middel tot een voorgeschreven handeling is zelf voorgeschreven,” en “Middelen krijgen hetzelfde oordeel als de doelen.” Omdat het doel, namelijk het betuigen van condoleances, voorgeschreven is, is het middel, namelijk het samenkomen, ook voorgeschreven in zulke grote steden waar mensen verspreid zijn. Condoleances zouden anders moeilijk te realiseren zijn, behalve in zeldzame gevallen, zoals in kleine dorpen of als van iemand bekend dat hij altijd op dezelfde plek te vinden is, of als er slechts één persoon is die gecondoleerd moet worden en die zich bijvoorbeeld altijd in zijn huis of op zijn werk bevindt. Deze situatie verschilt. Maar als er meerdere mensen zijn en de condoleances niet mogelijk zijn zonder samen te komen, dan is het samenkomen van degenen die gecondoleerd moeten worden beter dan dat ze verspreid zijn, omdat het betuigen van condoleances, dat bedoeld is om te troosten, steun te bieden en beloning te verkrijgen, anders niet bereikt kan worden.
Vervolgens: is het samenkomen hier een vorm van niyāḥah (weeklagen, verboden rouwbetoon)? Samenkomen wordt niet beschouwd als niyāḥah, behalve als dit gepaard gaat met het feit dat de nabestaanden van de overledene eten bereiden voor alle aanwezigen, om trots te tonen, om te laten zien hoeveel mensen aanwezig zijn op de maaltijd, en dergelijke. Dit gebeurde in de tijd van onwetendheid (djāhiliyyah). Daarom wordt in de ḥadīth van Aboe Ayyoeb vermeld: “Wij (de metgezellen) beschouwden het samenkomen bij de nabestaanden van de overledene en het bereiden van eten als niyāḥah.” Niyāḥah omvat dus twee zaken: het bereiden van eten in combinatie met het samenkomen. Waarom? Omdat de nabestaanden van de overledene het eten bereiden en mensen uitnodigen zodat gezegd kan worden dat dit de rouwbijeenkomst van die-en-die is, en dat het de grootste rouwbijeenkomst is, of dat ze zich hebben verzameld voor die-en-die. Sommige bedoeïenen zeggen: “Die-en-die sterft niet en verdwijnt niet zomaar.” Ze bouwen dan grote tenten en doen grote inspanningen door voedsel te bereiden, kamelen te slachten en dieren te offeren, zodat er zoveel mogelijk mensen samenkomen. Dit is de vorm van niyāḥah die verboden is volgens consensus.
Wat betreft het samenkomen om te condoleren en steun te bieden zonder het bereiden van voedsel en zonder buitensporige inspanningen, dat valt niet onder niyāḥah. In Ṣaḥīḥ al-Boekhārī wordt vermeld dat wanneer er een sterfgeval was in de familie van ‘Āishah (moge Allāh tevreden met haar zijn), de vrouwen van haar familie bij haar samenkwamen. Ze zei: “Soms kwam het tijdstip van het eten en stond een vrouw op om iets in een pot te bereiden, zodat ze iets te eten hadden,” hiermee verwijzend naar haar familieleden, die in kleine aantallen aanwezig waren.
Deze ḥadīth wordt gebruikt als bewijs dat het samenkomen van naaste vrouwen om steun te bieden een basis heeft in de praktijk van de vrome voorgangers. Ook is er niets dat het samenkomen van mannen verbiedt.
Ibn al-Qayyim (moge Allāh hem genadig zijn) en anderen hebben gesproken over de kwestie van het samenkomen (voor condoleances) en zeiden dat het gebruik van de vrome voorgangers was om te verspreiden (d.w.z. niet samen te komen), en dat de Profeet (ﷺ) nooit op één plaats zat om condoleances te ontvangen. Dit klopt, maar de huidige omstandigheden zijn niet hetzelfde als toen, en de tijden zijn veranderd. De situatie is anders in onze tijd. Wat Ibn al-Qayyim zei, geldt in kleine dorpen, waar iemand bekend is; als je hem niet thuis vindt, dan vind je hem in de moskee of op de markt of ergens anders in een beperkte omgeving. Dat is correct. Maar in een grote stad, waar mensen elkaar niet kunnen ontmoeten tenzij ze samenkomen, of als ze verspreid zijn, wordt het moeilijk voor de mensen om de soennah van het betuigen van condoleances te vervullen. In dat geval is het samenkomen voor condoleances toegestaan.
[Bron: youtube]
Vraagsteller: Wat is uw mening over degene die in het huis zit om degenen te ontvangen die komen om hun medeleven te betuigen, wetende dat velen dit niet kunnen doen tenzij ze naar het huis (van de overledene) komen?
Grootgeleerde Shaykh ibn Bāz: Ik ken geen bezwaar tegen degene op wie een ramp is neergekomen, zoals de dood van een naaste verwant of echtgenote en dergelijke, om degenen te ontvangen die hun medeleven betuigen in zijn huis op een geschikt moment. Want ta‘ziyah (condoleren) is een soennah en het ontvangen van degenen die hun medeleven betuigen helpt hen om deze soennah te vervullen. En als hij hen zou eren door koffie, thee of parfum aan te bieden, dan is dat allemaal goed.
[Madjmoe‘ Fatāwā van Ibn Bāz (13/384)]
Vraagsteller: Wanneer de lunch of het avondeten naar de nabestaanden van de overledene wordt gestuurd en mensen samenkomen om ervan te eten in het huis van de overledene, valt dit dan onder de niyāḥah (weeklagen, verboden rouwbetoon) die verboden is?
Grootgeleerde Shaykh ibn Bāz: Dat valt niet onder niyāḥah, omdat zij (de nabestaanden) het eten niet zelf hebben klaargemaakt, maar het voor hen is klaargemaakt. Er is geen probleem in het feit dat ze anderen uitnodigen om mee te eten van het eten dat naar hen is gestuurd, omdat het wellicht overvloedig is, meer dan ze zelf nodig hebben.
[Madjmoe‘ Fatāwā van Ibn Bāz (13/398)]
Shaykh al-Islām Ibn Taymiyyah zei: “Wat betreft het bereiden van voedsel door de nabestaanden (van de overledene) en het uitnodigen van mensen hiervoor (voor een rouwbijeenkomst), dit is niet voorgeschreven en het is een innovatie.”
[Fatāwā van Ibn Taymiyyah, 24/316]
Shaykh Ṣāliḥ al-Fawzān zei: De soennah is dat een van de familieleden of de buren van degenen die getroffen zijn (door een overlijden) eten bereiden naargelang hun behoefte en het geven aan hen (de nabestaanden), als een manier om hen te troosten. Dit is gebaseerd op de ḥadīth van ‘Abdoellāh bin Dja‘far (moge Allāh tevreden zijn met hem). Toen het nieuws kwam van de dood van Dja‘far, die gedood was, zei de Profeet (ﷺ): “Bereid voedsel voor het gezin van Dja‘far, want er is hen iets overkomen wat hen bezighoudt.”
[Al-Moentaqā (1/196-197)]
Vraag:
Men vraagt over de gebruiken (gewoontes) die sommigen volgen bij rouwbetoon, zoals het houden van maaltijden, het reciteren van de Koran, het samenkomen voor herdenking op de veertigste dag (na overlijden), jaarlijkse herdenkingen en dergelijke.
Grootgeleerde Shaykh ibn Bāz:
Deze gebruiken hebben geen grondslag en geen basis (in de religie); ze behoren tot de innovaties en tot de zaken van de tijd van onwetendheid (djāhiliyyah). Dat iemand een maaltijd organiseert wanneer een overledene sterft en buren en familieleden uitnodigt, en dat ze deze bijeenkomsten houden met huilen of met recitaties (van de Koran) of dergelijke, is een innovatie die niet is toegestaan. Evenzo het houden ervan op de veertigste dag, aan het einde van de week, de maand of het jaar—dit alles behoort tot de innovaties uit de tijd van onwetendheid. Al deze praktijken zijn niet voorgeschreven door Allāh, Verheven en Geprezen zij Hij.
Wat voorgeschreven is voor de familie van de overledene, is het hebben van geduld, het zoeken naar beloning en troost—zich troosten met wat hen heeft getroffen, zich wenden tot Allāh en tevreden zijn met wat Hij voor hen heeft beschikt, en de beloning bij Hem zoeken. Er is geen bezwaar dat zij voor zichzelf gewoon voedsel bereiden voor hun maaltijden en behoeften. Evenzo is het geen probleem als ze gasten ontvangen en voor hen gewoon voedsel bereiden. Maar om voedsel te bereiden vanwege de dood, voor de rouw, om een rouwbijeenkomst te houden, mensen te verzamelen om de Koran, ḥadīths of gedichten te reciteren, of om met hen te huilen en te weeklagen—dit alles behoort tot de geïnnoveerde praktijken en heeft geen basis in de zuivere Islamitische Wetgeving.
Het is voorgeschreven voor hun familieleden, buren en dergelijke om voedsel voor hen te bereiden en het naar hen te sturen, omdat de ramp (die hen trof) hen bezighoudt. Als hun buren of sommige familieleden op de dag van het overlijden of de volgende dag voedsel voor hen bereiden en het naar hen sturen als troost voor hun verlies en hulp bij hun beproeving—omdat ze misschien geen tijd of energie hebben om te koken door de hevigheid van hun verdriet—is dit een voorgeschreven en lofwaardige daad.
Het is overgeleverd van de Boodschapper van Allāh ﷺ dat toen het bericht kwam van het overlijden van Dja‘far ibn Abī Tālib, moge Allāh tevreden met hem zijn, toen hij werd gedood bij al-Moe’tah in de Levant en het nieuws Medina bereikte, de Profeet zijn familie beval om voedsel te bereiden voor het gezin van Dja‘far Hij zei: “Bereid voedsel voor het gezin van Dja‘far, want er is iets tot hen gekomen dat hen bezighoudt,” wat betekent dat zij voedsel stuurden van zijn familie naar het gezin van Dja‘far omdat hun verdriet hen verhinderde om zelf voedsel te bereiden. Dit is een voorgeschreven daad en er is niets mis mee.
[Bron: binbaz.org.sa]
Vraagsteller: Na de begrafenis van de overledene gaan de nabestaanden vaak een koranreciteur halen om gedurende drie dagen de Koran te reciteren. Na vijftien dagen na het overlijden gaan de familieleden naar het graf, terwijl ze brood meebrengen en dit als ṣadaqah (liefdadigheid) geven. Is deze handeling juist en wettelijk voorgeschreven? Moge Allāh u belonen met het goede.
Grootgeleerde Shaykh ibn Bāz:
Dit is niet voorgeschreven (in de Islamitische Wetgeving). Het is niet voorgeschreven om de Koran te laten reciteren voor de overledene, of dat nu een week, een dag of langer is. Al dit soort handelingen vallen onder innovaties (bid’ah). Wat wel voorgeschreven is, is het verrichten van smeekbeden (doe‘ā’) voor de overledene, om vergiffenis en genade vragen voor hem, en het uitgeven van ṣadaqah (liefdadigheid) namens de overledene, zelfs jaren na diens dood. Ṣadaqah en smeekbeden zijn gunstig voor de overledene, net als het verrichten van de ḥadj en ‘omrah namens hem, en het afbetalen van zijn schulden. Maar het inhuren van een koranreciteur die een week of korter of langer reciteert, of dat nu bij het graf of in het huis (van de overledene) gebeurt, dit alles heeft geen basis in de islām.
Het is dus verplicht om deze handelingen achterwege te laten, omdat Allāh ﷻ dit niet heeft voorgeschreven. Als het voorgeschreven zou zijn, dan had de Profeet (ﷺ) het duidelijk gemaakt en hadden zijn metgezellen het ook duidelijk gemaakt. Het is voor moslims verplicht om het geloof te volgen zoals het is voorgeschreven, en geen nieuwe zaken te introduceren (in het geloof). Ja.
Ook het naar het graf gaan en het uitgeven in ṣadaqah van voedsel of brood daar heeft geen basis. Dit alles is een innovatie.
Het bezoeken van graven is echter voorgeschreven om smeekbeden te verrichten voor de overledenen en om genade voor hen te vragen. De Profeet (ﷺ) zei: “Bezoek de graven, want het herinnert jullie aan het Hiernamaals.” Hij leerde zijn metgezellen dat zij, wanneer zij de graven bezochten, moesten zeggen:
السلام عليكم أهل الديار من المؤمنين والمسلمين، وإنا إن شاء الله بكم لاحقون، نسأل الله لنا ولكم العافية،
“As-salāmoe ‘alaykoem ahla-d-diyāri min al-moe’minīna wal-moeslimīn, wa innā in-shā-Allāho bikoem lāḥiqoen. Nas’aloe-l-Lāha lanā wa lakom al-‘āfiyah”
(Vrede zij met jullie, bewoners van deze verblijfplaats, vanonder de gelovigen en moslims. Met Allāhs Wil zullen wij met jullie herenigd worden. Wij vragen Allāh om ons en jullie veiligheid te schenken.)
(hier kan je beluisteren hoe je het uitspreekt)
En wanneer hij (ﷺ) de graven bezocht, zei hij ook:
يرحم الله المستقدمين منا والمستأخرين
“Yarḥamoe-l-Lāhoe l-moestaqdimīna minnā wal-moesta’khirīn.”
(Moge Allāh genade hebben met degenen die ons zijn voorgegaan en degenen die later komen)
Dit is de soennah. Het bezoeken van graven om brood of vlees uit te delen heeft echter geen basis. Ja.
Vraagsteller: Moge Allāh u belonen, eerwaarde Shaykh. Wat is uw boodschap om mensen te stoppen met deze onjuiste praktijken tijdens de rouw of op andere momenten?
Grootgeleerde Shaykh ibn Bāz:
Het is voor alle moslims verplicht om zich in elke situatie aan de Islamitische Wetgeving te houden, zowel bij begrafenissen als bij andere zaken, zoals het gebed voor de overledene en andere handelingen. Allāh ﷻ berispt degenen die nieuwe dingen in het geloof introduceren: {Of hebben zij deelgenoten die hun in de godsdienst datgene voorschrijven, waartoe Allāh geen toestemming heeft gegeven?} [Soerat Ash-Shoerā: 21]. En Hij zegt: {Vervolgens plaatsten Wij jou (O Moḥammed) op een juiste weg (sharī‘ah) van de godsdienst, volg deze dan..} [Soerat Al-Djāthiyah: 18]. De Profeet (ﷺ) zei: “Wie een handeling verricht die niet in overeenstemming is met ons bevel, die wordt verworpen.” Hij zei ook: “Wie iets nieuws in onze zaak brengt wat er niet bij hoort, dat wordt verworpen.” Mensen mogen geen nieuwe rituelen en aanbiddingen in de religie invoeren zonder bewijs van Allāh, of dat nu bij begrafenissen is of bij andere zaken van de religie. Alle innovaties zijn verboden, en een mens moet zich aan de Islamitische Wetgeving houden, vragen naar wat Allāh heeft voorgeschreven, kennis opdoen over de religie, en handelen volgens Zijn richtlijnen. De Profeet (ﷺ) zei: “Als Allāh het goede voorheeft met iemand, geeft Hij hem begrip van de religie.” Het zoeken naar kennis van de religie is dus vereist, en men moet handelen volgens wat men van Allāh’s wet heeft geleerd.
Het condoleren (at-ta‘ziyah) zelf is toegestaan en wettelijk voorgeschreven. Het bezoeken van de nabestaanden om hen te condoleren, of dat nu thuis is, op straat, in de moskee, in de winkel of op het veld, is geen probleem. Maar het bereiden van eten hiervoor (door de nabestaanden) of het inhuren van reciteurs die voor de overledene lezen, of andere rituelen die voor de overledene worden uitgevoerd bij zijn overlijden, of op de zevende dag, na veertig dagen of na een jaar, dit alles heeft geen basis in de islām. Ja.
[Bron: binbaz.org.sa]
Shaykh ‘Abdel-‘Azīz ibn Bāz zei ook: “Het samenkomen in het huis van de overledene voor eten, drinken en het reciteren van de Koran is een innovatie. Men gaat naar de nabestaanden voor condoleances, om voor hen smeekbeden te verrichten en om barmhartigheid te vragen voor hun overledene. Wat betreft het samenkomen om rouwbijeenkomsten te houden met specifieke recitaties of speciale smeekbeden, of iets dergelijks, dat is een innovatie (bid‘ah). Als dit iets goeds was, zouden onze vrome voorgangers ons daarin zijn voorgegaan.”
[Madjmoe‘ Fatāwā ibn Bāz, 13/383-384]
Vraagsteller: Wat is het oordeel over het dragen van specifieke kleding tijdens rouw, zoals het dragen van zwarte kleding door vrouwen?
Shaykh al‘Oethaymīn: Het toewijzen van specifieke kleding voor rouw is naar onze mening een innovatie (bid‘ah), omdat het kan duiden op ontevredenheid over het Lot (al-Qadar) van Allāh, de Almachtige. Ook al vinden sommige mensen dat het geen kwaad kan, als de vrome voorgangers (salaf) het niet deden, en het duidt op iets van ontevredenheid, dan is het ongetwijfeld beter om het te laten. Want als iemand het draagt, is hij mogelijk dichter bij zonde dan bij veiligheid.
Shaykh al‘Oethaymīn zei ook: Het dragen van zwarte kleding als rouw om een overledene is een innovatie (bid‘ah) en een uiting van verdriet. Het lijkt op het scheuren van kleding en het slaan van de wangen, waarvan de Profeet (ﷺ) afstand nam van degenen die dit doen, toen hij zei: “Hij behoort niet tot ons: degene op zijn wangen slaat, zijn kleding scheurt en uitspraken van al-Djāhiliyyah (pre-islamitische onwetendheid) uitschreeuwt.”
[Madjmoe‘ Fatāwā ibn ‘Oethaymin (17/410) en (17/414)]
Vertaling: moskee el albani
Zie ook:
De begrafenis, het djanāzah gebed, het wassen & wikkelen van de dode, en het condoleren