Imāms die de Qonoet smeekbede (in tarāwīh) te lang maken & daarbij een melodieuze toon gebruiken

Vraagsteller: De vraag luidt: “Er is een imām van een moskee die wij beschouwen als iemand van de Salafis. Maar tijdens het nachtgebed (d.w.z. tarāwīḥ gebed) maakt hij de doe‘ā (smeekbede) van al-Qonoet veel te lang, en daarbij gebruikt hij een melodieuze toon (talḥīn). Wat is het oordeel hierover? Moge Allāh u belonen met het goede.”
Shaykh ‘Obayd al-Djābirī: Wat mij betreft: ik bid niet achter dit soort mensen. Mijn gebed thuis is beter (in dat geval). Want het lang maken (van de Qonoet smeekbede) behoort tot de innovaties. Wat betreft de soedjoed (neerknieling), ja, dit mag hij lang maken in het nachtgebed. En degene die niet in staat is, bidt wat mogelijk is voor hem. Maar wat betreft de doe‘ā (van al-Qonoet), het is niet van de Soennah om dit lang te maken.
Vraagsteller: De vraag vermeldde het lang maken (van de Qonoet smeekbede) en ook het gebruiken van een melodieuze toon daarbij.
Shaykh ‘Obayd: Het gebruiken van een melodieuze toon in de smeekbede?
Vraagsteller: Ja.
Shaykh ‘Obayd: Dit is een verwerpelijke innovatie! In de authentieke overlevering staat dat ‘Āishah (moge Allāh tevreden zijn met haar) zei: “De Boodschapper van Allāh ﷺ zou al-Djawāmi‘ van de smeekbedes (d.w.z. beknopte smeekbedes met veelomvattende betekenissen) kiezen, en hij zou het andere opzij laten.” Dus de smeekbedes die jullie horen in veel moskeeën, die zijn verzonnen. En het gebruiken van een melodieuze toon daarin is tevens een innovatie. Dus het is geïnnoveerd vanuit twee opzichten: (1) vanuit het opzicht van het lang maken ervan en (2) vanuit het opzicht van het verzinnen (van smeekbedes) en het gebruiken van een melodieuze toon.