Niet vasten in Ramadān wegens zwangerschap of borstvoeding — Ibn Bāz & Ibn ‘Oethaymīn

Shaykh ibn Bāz: De juiste mening omtrent de zwangere en borstvoedende vrouw, is dat zij zoals de reiziger en de zieke zijn. Met andere woorden: zij verbreken hun vasten en halen [de gemiste dagen] achteraf in. En zij hoeven geen fidyah te geven (aan de armen). Dit is de meest correcte opinie, en dit is ons verdict. En volgens wat blijkt, is dit ook de mening van de meerderheid van de geleerden. Want zij lijken op de zieke persoon: het kan zijn dat het lastig is voor hen om te vasten wegens de borstvoeding of de zwangerschap. En het kan ook zijn dat het vasten niet lastig is voor hen, zoals de persoon die slechts licht ziek is—in dat geval vasten zij wel.
(Bron: binbaz.org.sa)
Vraag: Hebben de zwangere en borstvoedende vrouw het recht om niet te vasten (in Ramadān)?
Shaykh al-‘Oethaymīn: Het is toegestaan voor de zwangere of borstvoedende vrouw om niet te vasten in Ramadān, maar met als voorwaarde dat ze vreest voor haarzelf of voor de foetus als het gaat om de zwangere vrouw, of voor de baby als het gaat om de borstvoedende vrouw. Als haar lichaam echter sterk is en het vasten haar niet schaadt, en ook de foetus of baby niet schaadt, dan mag zij het vasten niet verbreken. Maar als ze het vasten verbreekt wegens een behoefte/noodzaak of omdat ze vreest voor haarzelf, haar foetus of haar baby, dan haalt zij die [gemiste dagen] achteraf in. En wanneer het aantal dagen die overblijven tot de volgende Ramadān hetzelfde is als het aantal dagen dat zij nog moet inhalen, dan is het vanaf dat moment verplicht voor haar om te beginnen met het inhalen van die [gemiste] dagen.
(Bron: youtube)