Waarom verwijst Allāh naar Zichzelf met “Wij” in de Koran? — Shaykh al-‘Oethaymīn

Shaykh Moḥammed b. Ṣāliḥ al-‘Oethaymīn zei in zijn uitleg van Allāh’s Uitspraak:
{Waarlijk, Wij hebben de Amānah (de toevertrouwde godsdienstige verplichtingen) aan de hemelen en de aarde en de bergen aangeboden, maar zij weigerden het op zich te nemen en waren erdoor bevreesd. Maar de mens nam deze op zich—hij is waarlijk immer zeer onrechtvaardig, uiterst onwetend.} (33:72)
Allāh, Verheven is Hij, sprak hier over Zichzelf in de majesteitelijke meervoudsvorm, om Zijn grootsheid aan te duiden—Verheven en Geprezen zij Hij. Want Hij is de Geweldige (al-‘Aẓīm), en niets is groter dan Hij.
En de christenen hebben de gewone (onwetende) moslims in verwarring gebracht door te beweren dat Allāh ﷻ uit meerdere godheden zou bestaan [d.w.z. de drie-eenheid], want Hij zegt: {Wij hebben aangeboden..} (33:72), en Hij zegt: {Voorwaar, Wij zijn het Die de doden tot leven brengen..} (36:12), en Hij zegt: {Voorwaar, Wij zijn het Die de Vermaning hebben neergezonden..} (15:9).
Daarmee verwarren ze (de moslims), omdat deze voornaamwoorden inderdaad op meervoud kunnen duiden, maar in de Arabische taal verwijzen ze ook naar grootsheid.
Deze mensen negeren echter opzettelijk de Uitspraak van Allāh: {En jullie God is één God, er is niets of niemand die het recht heeft aanbeden te worden behalve Hij, de Meest Barmhartige, de Meest Genadevolle.} (2:163). En zo volgt ieder in wiens hart afwijking zit de meerduidige verzen uit de Koran en de Soennah, om te proberen tegenstrijdigheden te creëren.
Maar Allāh ﷻ beschikt er altijd over dat er mensen zijn die Zijn religie beschermen, deze twijfelachtige zaken weerleggen en de waarheid daarover duidelijk maken. En zij zijn degenen die stevig gegrondvest zijn in kennis, vanwege de Uitspraak van Allāh (3:7): {Hij is Degene Die het Boek aan jou heeft neergezonden}, oftewel de Koran, {daarin zijn verzen die eenduidig (duidelijk) zijn—zij vormen het fundament van het Boek—en [andere verzen erin] zijn meerduidig.} Hiermee noemde Hij twee categorieën: eenduidige verzen en meerduidige verzen.
{Wat betreft degenen in wier hart zich een afwijking bevindt}, oftewel: dwaling en een afwijking van de waarheid, {zij volgen datgene ervan wat meerduidig is} en laten de eenduidige verzen buiten beschouwing, {strevend naar fitnah}, dat wil zeggen: het in verwarring brengen van de mensen over hun religie, {en strevend om het valselijk te verklaren}, met andere woorden: zij verdraaien het naar hun eigen wensen.
Dus: de Uitspraak van Allāh: {Wij hebben de Amānah aangeboden..} (33:72), en Zijn uitspraak: {Voorwaar, Wij zijn het Die de doden tot leven brengen..} (36:12), en Zijn uitspraak: {Voorwaar, Wij zijn het Die de Vermaning hebben neergezonden..} (15:9) en vergelijkbare verzen: hiermee (d.w.z. met de meervoudsvorm) wordt grootsheid en verhevenheid bedoeld.
Bron: Tafsīr al-‘Oethaymīn van Soerah al-Aḥzāb vers 72 (link)
Vertaling: moskee el albani