Waarom zijn we hier? Wat is het doel van ons bestaan?
Waarom zijn we hier?
In de Naam van de Almachtige God van het universum, de Meest Barmhartige, Degene die de hemelen en de aarde en alles daarin heeft geschapen, de Enige die de aanbidding van de mensheid verdient…
Een eenvoudige blik op de wereld om ons heen is genoeg om te begrijpen waar velen nooit de tijd voor nemen om over na te denken. De details van dit prachtige universum waarin wij leven bewijzen onmiskenbaar het bestaan van een grootse en onovertroffen Schepper.
Sommigen proberen Zijn bestaan te ontkennen en baseren zich daarbij op verzonnen theorieën en aannames die voortkomen uit onbewezen vermoedens en gissingen. Ze bedenken principes die geen rationeel denkend mens kan aanvaarden. Zo zeggen ze bijvoorbeeld dat ons universum een “kosmisch toeval” is, het resultaat van miljarden jaren willekeurige zelfassemblage.
Maar stel dat zij ’s morgens naar buiten komen en een nieuwe auto op hun oprit aantreffen, dan zouden ze volhouden dat iemand die daar heeft neergezet. Stel je voor dat er tegen hen zou worden gezegd: “Niemand heeft hem daar neergezet, in feite zijn de onderdelen zomaar uit onbekende plaatsen bij elkaar gekomen en hebben zichzelf zonder hulp in één nacht in elkaar gezet. Dit is het resultaat van een kosmisch toeval!”
Niemand die bij zijn volle verstand is, kan een dergelijk antwoord accepteren. Inderdaad heeft onze God ons verstand gegeven dat ons niet toestaat in zulke onzin te geloven.
Dus als mensen niet kunnen accepteren dat de onderdelen van één enkele auto willekeurig bij elkaar komen, hoe kunnen ze dan geloven dat het hele universum zo’n prestatie zou hebben geleverd?! Van de sterrenhemel en andere zichtbare wonderen tot microscopische organismen die we nog steeds ontdekken, tot het ingewikkelde ontwerp en de werking van de organen in het menselijk lichaam – kan iemand werkelijk geloven dat dit allemaal het resultaat is van puur toeval? Onze God zegt in Zijn Boek:
{Of zijn zij uit niets geschapen, of zijn zij (zelf) de scheppers? Of hebben zij de hemelen en de aarde geschapen? Nee, zij hebben echter geen zeker geloof.} (Koran 52:35-36)
Kijk omhoog en denk na over hoe alles wat je ziet op zo’n volmaakte manier is georganiseerd! De zon, een vurige bol op miljoenen kilometers afstand, voorziet ons elke dag van de warmte en het licht waar we van afhankelijk zijn. Over haar zegt onze God:
{En Wij hebben [in de hemel] een stralende lamp (de zon) geplaatst.} (Koran 78:13)
Na de lengte van de dag heeft de mensheid inderdaad rust nodig van de warmte en het licht van de zon. Onze God laat de zon ondergaan en schenkt ons duisternis om te rusten, en een perfect nachtlampje – de maan en de schitterende sterren. Wat een meesterlijke organisatie! Onze God zegt:
{En Hij (de Almachtige) heeft de nacht en de dag, de zon en de maan aan jullie dienstbaar gemaakt; en de sterren zijn dienstbaar gemaakt door Zijn Bevel. Voorwaar, hierin zijn tekenen voor mensen die begrijpen.} (Koran 16:12)
En Hij zegt:
{Zie jij niet dat Allāh de nacht in de dag laat overgaan en de dag in de nacht laat overgaan, en dat Hij de zon en de maan dienstbaar heeft gemaakt—elk volgt zijn baan tot een vastgestelde termijn; en dat Allāh op de hoogte is van wat jullie doen?} (Koran 31:29)
Hij zegt ook:
{En tot Zijn tekenen behoren de nacht en de dag, en de zon en de maan. Kniel niet neer voor de zon of de maan, maar kniel neer voor Allāh, Degene die hen heeft geschapen, als jullie Hem werkelijk aanbidden.} (Koran 41:37)
Tegenwoordig wijzen wetenschappers op de precieze balans tussen de zon en de maan. Ze schatten welke ontelbare rampen zich zouden voordoen als de zon of de maan ook maar een klein beetje van hun baan zouden afwijken. Het rationele verstand kan tot slechts één conclusie komen: dat er inderdaad Iemand is die dit alles in stand en in orde houdt. Onze God zegt:
{Hij (de Almachtige) brengt de nacht als een bedekking over de dag, die deze snel volgt. En [Hij schiep] de zon, de maan en de sterren—allen onderworpen aan Zijn Bevel. Voorwaar, aan Hem behoort de schepping en het bevel. Gezegend is Allāh, de Heer van al wat bestaat.} (Koran 7:54)
We begrijpen heel duidelijk dat, aangezien dit artikel dat je leest is geschreven, er een schrijver was, ook al zie je hem niet. En bij iedere toespraak is er een spreker, en bij ieder heerlijk gerecht is er een kok. Dus voor elke schepping, waaronder ons eigen bestaan, is er inderdaad een Schepper.
De Schepper is Allāh alleen
Nu we het erover eens zijn dat wij geen toevallig product zijn, maar dat we geschapen zijn, laten we dan enkele dingen begrijpen over onze Schepper.
Degene die ons heeft geschapen, Allāh, is ook de enige Schepper van al het andere dat bestaat. Zoals Hij zegt:
{Zo is Allāh, jullie Heer, de Schepper van alle dingen. Er is niets of niemand die het recht heeft aanbeden te worden behalve Hij!} (Koran 40:62)
Vanwege Zijn almachtige kracht en controle over het universum past het niet dat de mens gelooft dat Hij iemand nodig heeft om Hem te helpen. Voorwaar, Allāh is Alleen en deelt Zijn Majesteit niet met wie dan ook. Hij bezit oneindige genade en barmhartigheid voor degenen die Hem gehoorzamen, en Zijn straf is de meest zware en blijvende voor degenen die zich van Hem afwenden. Hij zegt:
{Wat betreft degenen die geloofden en goede daden verrichtten: hun Heer zal hen toelaten tot Zijn Barmhartigheid, en dat is het duidelijke succes!} (Koran 45:30)
En Hij zegt:
{Wat betreft degenen die geloofden en goede daden verrichtten, Hij zal hen hun beloning geven – en meer uit Zijn Genade. Maar wat betreft degenen die weigerden Hem te aanbidden en hoogmoedig waren, Hij zal hen straffen met een pijnlijke bestraffing, en zij zullen naast Allāh niemand vinden die hen beschermt of helpt.} (Koran 4:173)
Aangezien het niet gepast is om Hem een rivaal, partner of deelgenoot toe te schrijven, is het een extreme godslastering om Hem te beschuldigen van het hebben van een vader, moeder, zoon of andere nakomelingen of familieleden. Hij zegt:
{Zeg: “Hij is Allāh, de Enige. Allāh is de Eeuwige Zelfgenoegzame Meester van Wie alle schepsels afhankelijk zijn. Hij verwekte niemand en is ook zelf niet verwekt. En niemand is in enig opzicht gelijk aan Hem.”} (Koran 112:1-4)
Wat een enorme misdaad is het om te beweren dat onze enige Schepper, die vrij is van alle onvolkomenheden, een zoon heeft! Helaas geloven velen dat Jezus Zijn zoon is! Jezus, vrede zij met hem, heeft inderdaad een hoge rang, als het Woord van Allāh en de Overbrenger van Zijn Boodschap, maar niet als Zijn zoon, want Allāh staat ver verheven boven zo’n valse bewering. Over deze kwestie zegt Hij:
{Zij zeggen: “De Meest Barmhartige heeft Zich een zoon genomen!” Jullie hebben waarlijk iets zeer afschuwelijks beweerd! Bijna barsten de hemelen, splijt de aarde in stukken en storten de bergen in totale verwoesting ineen vanwege wat zij zeggen: dat de Meest Barmhartige een zoon heeft! Want het past de Meest Barmhartige niet een zoon te hebben.} (Koran 19:88-92)
Zo is Allāh de enige Schepper en Onderhouder van alles wat bestaat. Hij heeft geen partner of deelgenoot, zoals Hij zegt:
{Volg wat aan jou is geopenbaard door jouw Heer. Er is niets of niemand die het recht heeft aanbeden te worden behalve Hij! En wend je af van degenen die deelgenoten toekennen aan Allāh.} (Koran 6:106)
Zijn we Hem iets verschuldigd?
Als we hebben begrepen dat Allāh onze enige Schepper en Voorziener is, en Zijn uitspraken hebben gezien waarin Hij ontkent dat Hij deelgenoten heeft, dan willen we weten: Wil Hij iets van ons?
Hij heeft inderdaad een recht over ons, aangezien Hij ons heeft geschapen. Hij vraagt niet veel. Hij vraagt alleen van ons wat Hij aan iedere gemeenschap vóór ons heeft gevraagd: dat we Hem gehoorzamen en Zijn Boodschappers volgen. Hij heeft ons opgedragen Hem als Enige te aanbidden en geen deelgenoten aan Hem toe te schrijven. Hij zegt:
{Voorwaar, Wij hebben tot elke gemeenschap een Boodschapper gestuurd [die zei]: ‘Aanbid Allāh en mijd de valse goden.’} (Koran 16:36)
Het is een heel eenvoudige opdracht, als we bedenken wat Hij ons allemaal heeft gegeven.
{Zeg: “Hij is het die jullie heeft geschapen en jullie het gehoor, het gezichtsvermogen en de harten heeft gegeven. Weinig dankbaarheid tonen jullie.”} (Koran 67:23)
We voelen van nature de drang om iedereen te bedanken die ons iets schenkt. Als we mensen bedanken voor hun vrijgevigheid, zouden we dan niet de Schepper van die mensen moeten bedanken, onze Heer, die ons met zo veel heeft begunstigd? Hij herinnert ons eraan:
{En als jullie de gunsten van Allāh zouden willen tellen, zouden jullie die nooit kunnen opsommen! Voorwaar, de mens is zeker onrechtvaardig en ondankbaar.} (Koran 14:34)
Als een persoon ons leven zou redden, dan zouden we die persoon eeuwig dankbaar zijn en hem steeds gedenken. Hoe zit het dan met het bedanken van onze Schepper die ons tot leven heeft gebracht? Als iemand jou miljoenen euro’s zou aanbieden in ruil voor je beide ogen, zou je dit nooit aanvaarden, omdat je ogen van onschatbare waarde zijn. Zal je dan geen dankbaarheid tonen aan Degene Die jou deze ogen gratis heeft geschonken? Ware dankbaarheid aan Hem omvat Hem aanbidden zoals Hij ons heeft opgedragen, Hem gehoorzamen en de Openbaring volgen die Hij ons heeft gestuurd. Op die manier vervullen we het doel van ons bestaan, want Hij heeft ons niet zonder reden geschapen:
{En Ik heb de djinn en de mens slechts geschapen om Mij te aanbidden.} (Koran 51:56)
Wat als we Zijn recht op ons negeren?
Het negeren van het recht van onze Heer en Schepper is niet te vergelijken met het negeren van de rechten van anderen. Als je bijvoorbeeld ongehoorzaam bent aan je moeder, dan ben je onderworpen aan de straf die zij kan opleggen. Evenzo kun je je baan verliezen als je de instructies van je baas negeert. Een rechter kan je naar de gevangenis sturen als je niet voor de rechtbank verschijnt wanneer hij dat vraagt. Maar niemand kan je eeuwig bestraffen met een kwelling zoals Allāh heeft beloofd aan degenen die Zijn Boodschap verwerpen. Hij zal een Dag instellen om elk mens te berechten. Wij zullen dan inderdaad voor Hem verzameld worden om rekenschap af te leggen van onze daden. Over die Dag zegt Hij:
{Op die Dag zal Zijn straf zó zijn als niemand anders kan opleggen, en Zijn boeien zó als niemand anders kan aanbrengen.} (Koran 89:25-26)
We hebben nu de kans om ons te bevrijden van zo’n verschrikkelijk en eindeloos lot. We moeten kijken naar onze relatie met onze Schepper – vervullen we Zijn recht op ons? Aanbidden we Hem zoals Hij ons opdraagt?
Wees je ervan bewust dat Zijn straf zo hevig is, dat zelfs de meest fervente ontkenners in Hem zullen geloven zodra ze deze zien:
{Maar toen zij Onze Straf zagen, zeiden zij: “Wij geloven in Allāh, de Ene God, en wij verwerpen de deelgenoten die wij aan Hem plachten toe te schrijven.”} (Koran 40:84)
Als wij ons aan Hem onderwerpen, Hem aanbidden en geen deelgenoten aan Hem toekennen, dan zijn de nooit eindigende genoegens en vreugden in het Paradijs voor ons weggelegd, die Hij voor ons heeft voorbereid:
{En geen ziel weet welke genoegens voor hen verborgen worden gehouden, als beloning voor wat zij plachten te doen.} (Koran 32:17)
Op de Dag des Oordeels zullen de rechtvaardigen de oproep horen:
{O tot rust gekomen ziel! Keer terug tot jouw Heer, tevreden en welbehaagd! Treed binnen onder Mijn (geëerde) dienaren, en treed Mijn Paradijs binnen!} (Koran 89:26-29)
Als wij hopen deze oproep te horen, moeten wij nu de inspanning leveren, in dit leven, voordat het te laat is.
Wat nu te doen?
Accepteer de godsdienst van de Islam. Dit is wat onze God ons opdraagt om te doen:
{O jullie die geloven! Vrees Allāh op de manier zoals Hij het verdient, en sterf niet anders dan als moslims!} (Koran 3:102)
Wees oprecht en wijd jezelf toe aan Hem:
{Zeg (O Moḥammed): “Voorwaar, mijn gebed, mijn offer, mijn leven en mijn dood zijn allen voor Allāh, de Heer van al wat bestaat, Die geen deelgenoten heeft. Dit is mij bevolen en ik ben de eerste van de moslims.”} (Koran 6:162-163)
De Islam is heel eenvoudig en praktisch. Er is geen speciale bekeringsceremonie of ingewikkelde procedure die je tegenhoudt om moslim te worden. Het enige wat je hoeft te doen, is oprechte intentie hebben en de volgende uitspraak doen:
“Ik getuig dat niets of niemand het recht heeft aanbeden te worden behalve Allāh, en ik getuig dat Moḥammed de Boodschapper van Allāh is.”
Volg deze verklaring vervolgens op met een toewijding om meer te leren over je religie, over wat Allāh specifiek van je verlangt. Er valt veel te leren over Hem en Zijn Religie, en met elk stukje kennis zul je steeds zekerder zijn dat je de juiste keuze hebt gemaakt.
Moge onze God, de Almachtige en Alwijze, ons allen leiden naar wat Hij liefheeft.
Geschreven door: Moosaa Richardson
Vertaald naar het Nederlands door: Moskee El Albani
Zie ook:
Wat een nieuwe moslim moet doen en laten | Shaykh Ṣāliḥ al-Fawzān