Wat betekent “het gebrek van de vrouw in verstand en religie”?
Vraagsteller:
Hoe kunnen we de volgende misvatting weerleggen: “Hoe kan de vrouw worden omschreven met gebrekkigheid in haar religie terwijl zij gehoor heeft gegeven aan het Bevel van Allāh? Want het is Allāh Die haar heeft opgedragen om te stoppen met bidden en vasten tijdens het menstrueren. En dit is iets waar zij geen controle over heeft. Deze zaak heeft Allāh voorbeschikt en bepaald voor de dochters van Ādam (oftewel: de vrouwen). En ook al zou ze toch bidden en vasten tijdens de menstruatie, zou dit ongeldig zijn. Dus waarom werd ze omschreven met gebrekkigheid in haar religie omwille van een zaak waar zij geen controle over heeft?”
Antwoord van de nobele Shaykh ‘Arafāt ibn Ḥasan:
Wat betreft de gebrekkigheid in religie (van de vrouw), vermeld in de overgeleverde ḥadīth: dit is een beschrijving van de realiteit. Dit betekent niet dat de vrouw hierdoor zondigt of dat ze hierdoor het Hellevuur verdient. Dit is niet de bedoeling hiervan! We moeten begrijpen wat de Profeet ﷺ bedoelde toen hij sprak over de gebrekkigheid in de religie (van de vrouw). Dit was gewoon een beschrijving van de realiteit (van de vrouw).
Daarom vraag ik aan deze vrouw: ben jij zoals de man wanneer je stopt met bidden tijdens de menstruatie? Jij laat immers iedere maand het gebed na voor een periode van ongeveer zeven dagen. En sommige vrouwen tien dagen. En er zijn zelfs vrouwen — ook al is dat zeldzaam — die een halve maand lang niet bidden. Dat betekent dus dat zij bijna de helft van hun leven niet bidden.
Dus op vlak van de realiteit: ben jij gebrekkiger dan de man (in religie) of ben je gelijk aan de man die nooit stopt met bidden? Ongetwijfeld zal ze zeggen: “nee, ik ben minder.” En dan zeggen wij: dát is wat de Profeet (ﷺ) bedoelde. De bedoeling is niet dat de vrouw, doordat ze gebrekkigheid heeft in haar religie wegens het niet bidden (tijdens de menstruatie), zondigt of in het Hellevuur zal zijn. Dit klopt niet! Hoeveel vrome, oprechte en aanbiddende vrouwen zijn er wel niet? Neem als voorbeeld de vrouwen van de Profeet (ﷺ) en de vrouwelijke metgezellen.
Wat betreft de gebrekkigheid in haar verstand; wat daarmee bedoeld wordt, is in de context van getuigenis. Want de vrouw is niet gelijk aan de man op vlak van verstand, precisie en memorisatie. Dit omdat de vrouw – soebhanAllāh – bezig is met veel verschillende zaken. Deze zaken kunnen een reden zijn dat haar memorisatie, nauwkeurigheid en precisie minder is, waardoor ze niet een precisie kan hebben die gelijk is aan de man. Dit is de basis, de algemene regel. Maar er kan natuurlijk wel een vrouw zijn die een betere memorisatie heeft dan sommige mannen.
Dus we moeten een juist begrip hebben van “gebrekkigheid in verstand”. Sommige mensen denken dat dit betekent dat de vrouw dom is of dat domheid haar aard is. Dat is niet waar, en dat is niet wat ermee bedoeld wordt. Dit is de reden dat deze ḥadīth problematisch is voor degenen die dit [fout] begrip hebben. De bedoeling [van de ḥadīth] is zoals in het vers staat:
{..zodat, als één van hen (vrouwen) zich vergist, de andere (vrouw) haar kan verbeteren..} [2:282]
Dit is vergeetachtigheid. Een vrouw kan bezig zijn met veel zaken zoals het opvoeden van de kinderen, het voortdurend met de kinderen omgaan, zwangerschap, bevalling, borstvoeding, en vele andere zaken. Hierdoor kan zij een verminderde precisie hebben in het [zich herinneren] van bepaalde informatie. Daarom heeft Allah, de Verhevene, bevolen dat er bij een getuigenis twee vrouwen zijn in plaats van één.
De vrouw wordt enkel bekritiseerd indien zij de voorschriften van Allāh overtreedt, indien ze ongehoorzaam is en indien ze het tekstueel bewijs (uit de Koran of Soennah) tegengaat. Daarom staat er in de ḥadīth: “Ik keek in het Paradijs en ik zag dat de meesten van zijn bewoners de armen waren; en ik keek in het Vuur en ik zag dat de meesten van zijn bewoners vrouwen waren.”
Waarom stelde zij niet de vraag: “Waarom zijn wij de meesten in het Vuur?” Dan antwoorden wij: omdat de Profeet (ﷺ) de reden heeft uitgelegd: namelijk dat de vrouw haar echtgenoot ondankbaar is. Dat is de reden waarom de vrouw berispt wordt: ondankbaarheid tegenover de echtgenoot. Niet omdat zij het gebed nalaat tijdens haar menstruatie, en niet omdat haar geheugen soms minder is waardoor er twee vrouwen nodig zijn in een getuigenis. Dat zijn geen zaken waarvoor zij bekritiseerd wordt. Waar zij voor bekritiseerd wordt, is wat de Profeet (ﷺ) zei: “Jullie zijn ondankbaar tegenover de echtgenoot.”
Dus zeggen wij tegen deze vrouw en tegen alle vrouwen: vrees Allah, zoals de Profeet (ﷺ) heeft gezegd. Hij heeft namelijk gewaarschuwd voor dit gedrag, en de reden dat er veel vrouwen in het Vuur zijn, is vanwege die ondankbaarheid tegenover de echtgenoot. Zoals de Profeet (ﷺ) zei: “Als iemand van hen (d.w.z. de echtgenoot) goed is tegenover haar, en vervolgens een keer slecht is tegenover haar, dan zegt ze: ‘Ik heb nooit iets goeds gezien van jou!!’” Dit is wat de vrouw wordt verweten.
Anderzijds staat er in Ṣaḥīḥ Moeslim dat een man [in het Paradijs] twee vrouwen zal hebben van de vrouwen van dit wereldse leven. Dit toont aan dat er veel vrouwen in het Paradijs zullen zijn! Want een man zal veel vrouwen van al-Ḥoer al-‘Ayn hebben, zoals vermeld staat in de authentieke ḥadīth. Maar in Ṣaḥīḥ Moeslim staat dat elke man twee vrouwen van de vrouwen van dit wereldse leven zal hebben. Dus sommige mensen gebruikten deze ḥadīth als bewijs dat er meer vrouwen (dan mannen) zullen zijn in het Paradijs. Dus dan wordt er gezegd dat er meer vrouwen (dan mannen) in het Hellevuur zullen zijn, en ook dat ze meer in het Paradijs zijn.
De vrome, zuivere vrouw echter — die haar vijf dagelijkse gebeden verricht, haar verplichtingen nakomt, haar man gehoorzaamt en de maand Ramadan vast — zij wordt niet berispt. Zelfs al laat zij het gebed na tijdens haar menstruatie, dan volgt zij slechts het bevel van Allah, zoals in de vraag werd gesteld. En al vergeet zij weleens iets vanwege haar levensomstandigheden, dan schaadt dat haar niet. Dit heeft te maken met geheugen en nauwkeurigheid, en daar wordt zij niet voor afgerekend. Allah ﷻ heeft dus iedereen zijn recht gegeven.
Over het algemeen bestaat er geen twijfel over dat de vrouw minder dan de man is, als het gaat om het regelen/beheren van zaken en risicomanagement. En Allah heeft de vrouw zo geschapen: zij is een vrouw, en in haar vrouwelijkheid is zij niet zoals de man. Zoals Allah heeft gezegd: {“en het mannelijke is niet gelijk aan het vrouwelijke”} (Koran 3:36).
De verheven status van de vrouw in de Islam
Doet de Islam de vrouw onrecht aan? Hoe wordt de vrouw behandeld? — Shaykh ibn Bāz
