Wat zegt men best tegen iemand die Islam wil binnentreden? | Shaykh Moqbil
Vraagsteller:
Als Allah iemand leidt om de islam te betreden, wat moet hij dan zeggen en wat moet tegen hem gezegd worden?
Shaykh Moqbil ibn Hādī:
Hij dient [de geloofsgetuigenis] te zeggen:
“Ash-hadoe allaa ilaaha illallaah, wa ash-hadoe anna Mohammadan rasoeloellaah”
(Ik getuig dat niets of niemand het recht heeft aanbeden te worden behalve Allāh, en dat Mohammed de Boodschapper van Allāh is)[klik hier voor audio]
Vervolgens wordt hem aangeraden om met rechtschapen mensen om te gaan, want de Profeet (ﷺ) zegt:
“Het voorbeeld van een goede metgezel en een slechte metgezel is als dat van een parfumeur en een smid. De parfumeur zal je ofwel iets geven, of je zult iets van hem kopen, of je zult een aangename geur van hem krijgen. De smid daarentegen zal ofwel je kleren verbranden, of je zult een onaangename geur van hem krijgen.”
Er is ons een verhaal verteld terwijl we aan de Islamitische Universiteit waren: Een persoon bekeerde zich tot de islam en verhuisde van de kamer van de christenen naar de kamer van de moslims. De moslims daar verrichtten echter het gebed niet, dus zijn bekering was slechts een verhuizing van de ene kamer naar de andere. Het is dus noodzakelijk om te zorgen dat men met rechtschapen mensen omgaat en om de aanbidding van Jezus (vrede zij met hem) te verwerpen.
We raden hem ook aan om nuttige boeken aan te schaffen, zoals Riyād as-Sāliḥīn (de Tuinen der Oprechten), Fatḥ al-Madjīd: uitleg van Kitāb at-Tawḥīd, Boeloegh al-Marām en Tafsīr Ibn Kathīr.
We raden hem ook aan om de islam te leren uit islamitische boeken en niet uit de daden van de moslims. Hun daden zijn soms slecht; je vindt misschien een moslim die liegt, overspel pleegt en alcohol drinkt, terwijl ze weten dat deze dingen verboden zijn. Vervolgens bekritiseren ze de moslims hiervoor. Wij zeggen hen: wij roepen jullie hier niet toe op, maar tot het vasthouden aan de juiste religie. Allāh zegt:
{Allāh beveelt rechtvaardigheid, het goede en het geven aan de verwanten en Hij verbiedt de zedeloosheid, het verwerpelijke en het onrecht. Hij onderricht jullie, opdat jullie je laten vermanen.} (Soerat an-Naḥl, vers 90)
Hetzelfde geldt ook voor zaken zoals het schenden van al-Amānah (iets wat een persoon is toevertrouwd) en andere fouten waarin de moslims zijn vervallen. Zij zijn geen bewijs tegen de islam; de islam is een bewijs tegen hen.
Het is noodzakelijk om dit duidelijk te maken, zodat de fouten van de moslims niet als een argument tegen de islam worden gebruikt. Wij zeggen hen: wij roepen jullie niet op om te zijn zoals deze mensen, of zoals corrupte rechters, of bandieten, of dronkaards. En wij roepen jullie niet op om soefi’s te zijn.
Een nobele broeder bezocht ons eens, die studeerde in Groot-Brittannië of Duitsland, en vertelde ons dat Allah een vrouw naar de islam had geleid. Daarna zag ze soefi’s in de moskee dansen, waarop ze hem belde en zei: “Ik zag dit en dat in de moskee. Als dit de islam is, dan is er geen verschil met de religie die ik heb verlaten.”
Wij roepen jullie dus niet op om sji’ieten, soefi’s of secularisten te zijn, maar om te handelen volgens het Boek van Allāh en de Soennah van de Boodschapper van Allah (ﷺ), zelfs als de mensen jullie allemaal zouden tegenwerken.
(Bron: “Toeḥfatoel-moedjīb ‘alā as’ilat-il-ḥāḍir wal-gharīb”, blz. 65)
https://www.muqbel.net/fatwa.php?fatwa_id=4362