Wie zijn de maḥrams voor een vrouw? En mag zij alleen reizen? | Shaykh al-‘Oethaymīn
Shaykh Moḥammed ibn Ṣāliḥ al-‘Oethaymīn zei:
Het is niet verplicht om de ḥadj te verrichten voor een vrouw die geen maḥram heeft (die met haar kan reizen), omdat het volgens de Islamitische Wetgeving verboden is voor haar om te reizen zonder maḥram. Het is een vrouw niet toegestaan om te reizen, of het nu voor de ḥadj is of voor een andere reis, zonder een maḥram, ongeacht of de reis lang of kort is, ongeacht of ze in het gezelschap is van andere vrouwen of niet, ongeacht of ze jong & mooi is of oud & onaantrekkelijk is, en ongeacht of ze per vliegtuig reist of op een andere manier. Dit is gebaseerd op de ḥadīth van Ibn ‘Abbās (moge Allāh tevreden over hem zijn) dat de Profeet (ﷺ) tijdens een preek zei: “Geen man mag alleen zijn (in afzondering) met een vrouw, tenzij er een maḥram bij haar is, en een vrouw mag niet reizen zonder een maḥram.” Toen stond een man op en zei: “O Boodschapper van Allāh, mijn vrouw is op ḥadj gegaan, en ik ben opgeroepen voor die en die veldslag.” De Profeet (ﷺ) zei: “Ga en verricht de ḥadj met je vrouw.” De Profeet (ﷺ) vroeg dus niet of er andere vrouwen met haar meereisden, of ze jong en mooi was, of ze veilig was of niet.
De wijsheid achter het verbod voor een vrouw om zonder maḥram te reizen, is om haar te beschermen tegen kwaad en verderf, en haar te behoeden voor immorele en slechte mensen. Een vrouw is namelijk beperkt in haar verstand en denkvermogen, en in haar vermogen om zichzelf te verdedigen. Ze is een doelwit voor mannen, en kan gemakkelijk worden misleid of onder druk worden gezet. Daarom is het wijs om haar te verbieden te reizen zonder een maḥram die haar kan beschermen en bewaken. Daarom moet de maḥram volwassen en verstandig zijn; een jong kind of iemand met een verstandelijke beperking is niet voldoende als maḥram.
De maḥram van een vrouw is: haar echtgenoot, en elke man met wie het voor altijd verboden is om te trouwen vanwege bloedverwantschap, borstvoeding (zoogverwantschap), of aanverwantschap.
Haar maḥrams door bloedverwantschap zijn er zeven:
1) Haar voorouders: Dit zijn de vaders en grootvaders, hoe hoog de lijn ook gaat, zowel van vaders- als moederskant.
2) Haar nakomelingen: Dit zijn haar zonen, de zonen van haar zonen en de zonen van haar dochters, hoe laag de lijn ook gaat.
3) Haar broers: Of ze nu volle broers zijn, of halfbroers.
4) Haar ooms langs vaderskant: Of ze nu volle broers of halfbroers zijn van haar vader, en of ze nu ooms van haar zijn of ooms van een van haar ouders (of grootouders). De oom (langs vaderskant) van een persoon is namelijk ook de oom van zijn nageslacht, hoe laag de lijn ook gaat.
5) Haar ooms langs moederskant: Of ze nu volle broers of halfbroers zijn van haar moeder, en of ze nu ooms van haar zijn of ooms van een van haar ouders (of grootouders). De oom (langs moederskant) van een persoon is namelijk ook de oom van zijn nageslacht, hoe laag de lijn ook gaat.
6) De zonen van haar broers, en de zonen van hun zonen en de zonen van hun dochters, hoe laag de lijn ook gaat. Of ze nu volle broers zijn of halfbroers.
7) De zonen van haar zussen, de zonen van hun zonen en de zonen van hun dochters, hoe laag de lijn ook gaat. Of ze nu volle zussen zijn of halfzussen.
De maḥrams door borstvoeding:
Deze zijn hetzelfde als de maḥrams door bloedverwantschap (dus: de zoogvader, zoogbroer, zoogzoon, zoogoom, enz), want de Profeet (ﷺ) zei: “Wat door borstvoeding verboden is, is hetzelfde als wat door bloedverwantschap verboden is.” (al-Boekhārī & Moeslim).
Haar maḥrams door aanverwantschap zijn er vier:
1) De zonen van haar echtgenoot, en de zonen van zijn zonen en de zonen van zijn dochters, hoe laag de lijn ook gaat.
2) De vader van haar echtgenoot, en zijn grootvaders, zowel van vaders- als moederskant, hoe hoog de lijn ook gaat.
3) De echtgenoten van haar dochters, en de echtgenoten van de dochters van haar zonen, en de echtgenoten van de dochters van haar dochters, hoe laag de lijn ook gaat.
Het maḥramschap komt tot stand voor deze drie soorten vanaf het moment dat een geldig huwelijkscontract wordt afgesloten met de vrouw, zelfs als de man haar scheidt vóórdat hij zich afzondert met haar en het huwelijk consummeert.
4) De echtgenoten van haar moeder, en de echtgenoten van haar grootmoeders, hoe hoog de lijn ook gaat, zowel van vaders- als moederskant. Dit maḥramschap komt echter alleen tot stand door geslachtsgemeenschap (consummatie) in een geldig huwelijk. Als een man met een vrouw trouwt en haar scheidt vóór consummatie, dan is hij geen maḥram voor haar dochters, hoe laag de lijn ook gaat.
Bron: “Manāsik al-Ḥadj wal-‘Omrah”, pg. 13 en verder
https://abukhadeejah.com/breastfeeding-of-infants-and-adults/
Wanneer mag hij trouwen met zijn stiefzus? Is zij maḥram voor hem? | Shaykh al-Fawzān
Is de vrouw van mijn oom maḥram voor mij? | Shaykh ibn Bāz
Is de stiefvader een maḥram voor zijn stiefdochter? | Shaykh al-Fawzān