Waarschuwing voor de Khāridjī Aḥmed Moesā Djibrīl | Shaykh Sālim Bāmiḥriz

Shaykh Aboe Anwar Sālim ibn ‘Abdillāh Bāmiḥriz:

Ik zeg, moge Allāh jullie allen zegenen.

Een moslim moet zichzelf in elke tijd en plaats binden aan de Rabbānī geleerden (de wijze geleerden die handelen naar kennis en anderen opvoeden ermee), de geleerden van Ahloes-Soennah wal-Djamā‘ah. Zij die, wanneer ze spreken, zeggen: “Allāh heeft gezegd” en “De Boodschapper van Allāh heeft gezegd.” Ze zeggen niet: “Die-en-die heeft gezegd,” tenzij het een geleerde is die ze noemen en zeggen: “Die-en-die, een grote geleerde van Ahloes-Soennah wal-Djamā‘ah, heeft gezegd.”

Dit is wat zou moeten, moge Allāh jullie zegenen.

Maar als we kijken naar de predikers van valsheid vandaag de dag over de hele wereld, dan zijn ze talrijk. Moge Allāh hun aantal niet doen toenemen.

Wat betreft de persoon die jij hier noemt, die Aḥmed Moesā Djibrīl wordt genoemd, deze man ken ik persoonlijk niet.

En jouw uitspraak dat deze man zegt dat Saoedi-Arabië het land van ongeloof is; dit is een bewijs dat hij een dajjāl, een leugenaar en een verzinner (van leugens) is!

Het land Saoedi-Arabië is het land van de twee heilige moskeeën dat Allāh heeft onderscheiden met de plaats van de openbaring; de Qor-ān en de Soennah.

Het blijft een land van goedheid en zegeningen waar miljoenen mensen uit het oosten en westen, noorden en zuiden naartoe komen.

Dus de uitspraak van deze afgedwaalde Khāridjī, die Aḥmed Moesā Djibrīl wordt genoemd, schaadt niet. Sterker nog, er moet gewaarschuwd worden tegen hem en tegen degenen van wie hij het gedachtegoed van de Khawāridj heeft overgenomen.

Deze en zijn gelijken zijn volledig afgedwaald en zijn vervallen in at-Takfīr (het verklaren van moslims tot ongelovigen). En wie een moslim zonder wettig bewijs tot ongelovige verklaart, dan keert het ongeloof terug naar hem!

Dus wij adviseren onze broeders om op te passen voor deze Khāridjī die zijn woorden & onzin verspreidt en de moslimlanden kleineert. [Wij adviseren] om op te passen voor hem, om hem geen aandacht te schenken en om niet te luisteren naar hem, noch naar zijn gelijken van wie hij kennis neemt, namelijk de kennis van de Khawāridj, de kennis van ketterij (zandaqah). En ik adviseer onze broeders om op te passen voor hem.

Kijk vervolgens naar deze ketterse Khāridjī, hoe hij een Rabbānī geleerde, die bekend staat in het oosten en westen, lastert; namelijk de grote geleerde Shaykh Rabī‘ ibn Hādī al-Madkhalī, moge Allāh hem behouden en zijn leven verlengen in gehoorzaamheid aan Hem. Hij lastert hem. En dit is de manier van de Khawāridj en de ketters: wanneer ze de geleerden noemen, doen ze dat op de slechtst mogelijke manier, uit onwetendheid, arrogantie (of: misleiding) en hulp aan de duivel en zijn gelijken van de duivels onder de predikers van valsheid, die talrijk zijn. Moge Allāh hun aantal niet doen toenemen.

Shaykh Rabī‘ is bekend bij iedereen, en alle lof zij Allāh. We vragen Allāh om hem standvastig te maken en hem een goed en gezegend einde te schenken en zijn status in de hoogste rangen (in het Paradijs) te verhogen.

De woorden van deze ketterse Khāridjī schaden hem niet.

En ik adviseer de jongeren om veel te lezen uit de boeken van deze grote geleerde, Shaykh Rabī‘ al-Madkhalī. Ze bevatten licht in geloof, aanbidding, methodologie en gedrag, en Allāh heeft door middel van deze boeken profijt gebracht aan veel mensen.

Dit is waarmee ik mijn broeders adviseer. En [ik adviseer hen] om te waarschuwen voor deze ketterse Khāridjī, en om standvastig te blijven op de methodiek van de overwinnende groep (Ahloes-Soennah wal-Djamā‘ah) die niet ophoudt te bestaan tot het einde der tijden, tot het Uur aanbreekt. Het (d.w.z. deze overwinnende groep) zal altijd ergens bestaan, of hun aantal nu groot of klein is. Het is de overwinnende groep, met de toestemming van Allāh, en het is de geredde groepering. Waarom? Omdat zij vasthouden aan het Boek van Allāh en de Soennah van Zijn Boodschapper ﷺ, in leiding, geloof, aanbidding, methodologie en opvoeding.

We vragen Allāh voor ons en voor jullie allen, broeders, om standvastigheid, oprechtheid, gehoorzaamheid aan Allāh ﷻ en geduld daarop totdat jullie Allāh ﷻ ontmoeten. Het leven is namelijk vergankelijk, en het zijn slechts dagen die voorbij zullen gaan. En wat komt daarna? Ofwel het Paradijs of het Vuur. We vragen Allāh om ons standvastig te maken en ons tot de bewoners van de hoogste plek in het Paradijs te maken. Waarlijk, Hij is daartoe in staat.

En moge Allāh de rang verheffen van onze Profeet Moḥammed, zijn familie en al zijn metgezellen, en moge Hij hen vrede schenken.

Was-salāmoe ‘alaykoem wa raḥmatoellāhi wa barakātoeh.