Wie zijn de Ḥaddādiyyah? — Shaykh ‘Arafāt ibn Ḥasan

Vraagsteller:
Ik vraag Allāh, de Verhevene, om u te steunen bij het verspreiden van de Soennah, om u daarvoor te belonen en uw inspanningen te zegenen. Mijn vraag gaat over de Ḥaddādiyyah-sekte. Wie zijn zij, en waardoor zijn ze innoveerders geworden—zodat ik op mijn hoede kan zijn voor hen, moge Allāh u zegenen? Wat heeft Maḥmoed al-Ḥaddād precies geïntroduceerd? En hoort ‘Abdoellāh al-Ḥaddād ook bij hen? Moge Allāh u rijkelijk belonen.
Antwoord van Shaykh ‘Arafāt ibn Ḥasan al-Moḥammedī:
Wat betreft de Ḥaddādiyyah is het bekend dat Maḥmoed al-Ḥaddād zo’n dertig jaar geleden verscheen met zijn fitnah (verdeeldheid en verwarring). De geleerden hebben hem en zijn fitnah toen geconfronteerd, zijn dwaling weerlegd en hebben voor hem, zijn volgelingen en zijn fanatieke aanhangers gewaarschuwd.
Aan het hoofd van deze geleerden die de dwaling van de Ḥaddādiyyah hebben verduidelijkt—nadat zij hen eerst geadviseerd en op een zachte & vriendelijke manier benaderd hadden—staat de grote geleerde Shaykh Rabī‘ ibn Hādī (moge Allāh hem behouden). Hij is degene die hun kenmerken heeft beschreven en een waardevol werk over hen heeft geschreven. Daarin legt Shaykh Rabī‘ ibn Hādī uit hoe gevaarlijk de Ḥaddādiyyah zijn en geeft hij ook aan dat zij overeenkomsten vertonen met de Rāfiḍah. Dit komt doordat hun methodiek erop gericht is om te waarschuwen tegen de geleerden, de geleerden af te doen als innoveerders, hen te haten en te kleineren. Zij ondermijnen de rechten van de geleerden en bagatelliseren hun inspanningen. Kom je bijvoorbeeld bij Shaykh al-Islām Ibn Taymiyyah, dan vinden zij dat hij laksheid en zwakheid heeft en indruist tegen de Imāms van de Salaf. Hetzelfde geldt voor Ibn al-Qayyim, Ibn Abī al-‘Izz en veel andere geleerden. Ze verklaren openlijk dat an-Nawawī, al-Ḥāfiẓ (Ibn Ḥadjar), ash-Shawkānī en anderen innoveerders zijn.
Wanneer ze spreken, prijzen ze uitsluitend zichzelf en claimen ze dat zij de ware salafī-methodologie volgen, terwijl de grote geleerden volgens hen zwaktes hebben. Wanneer ze spreken over Ibn Bāz of Ibn ‘Oethaymīn, dan zeggen ze dat zij zwaktes hebben en niet [werkelijk] de methodiek van de Salaf volgen. Ze bestempelen iedereen die in bid‘ah (een innovatie) vervalt als innoveerder. Dit is een buitengewoon gevaarlijke manier van tabdī‘ (anderen tot innoveerder verklaren)! Volgens hen kan bovendien degene die iemand die in een bid‘ah is vervallen niet als innoveerder bestempelt, óók als innoveerder worden beschouwd.
Ze verbieden ook absoluut het vragen om Allāh’s genade voor de mensen van innovatie. Zoals ik al noemde, waarschuwen ze tegen diverse geleerden, noemen daarbij expliciet namen en verklaren: “Die-en-die is een innoveerder, en die-en-die ook..” Ik heb er al een aantal genoemd.
Daarnaast is een van de meest kenmerkende eigenschappen van deze Ḥaddādiyyah dat ze Imām al-Albānī en Shaykh Rabī‘ (moge Allāh hem behouden) aanvallen door hen van irdjāʾ te beschuldigen—dat ze Moerdjiʾah zouden zijn—en hen zo tot innoveerders verklaren. En als je hen oproept tot het Boek van Allāh en de Soennah en tot het toepassen van de methodiek van de Salaf, zie je dat ze blindelings bepaalde personen volgen en misleid zijn door die en die. Volgens hen is Maḥmoed al-Ḥaddād bijvoorbeeld meer geleerde dan Shaykh al-Islām Ibn Taymiyyah!
Ze doen zich voor als enthousiaste voorstanders van de da‘wah (oproep) van de hervormer, de Imām, Moḥammad ibn ‘Abd al-Wahhāb, terwijl Imām Moḥammad ibn ‘Abd al-Wahhāb de methodiek van Shaykh al-Islām (ibn Taymiyyah) volgde—precies degene die zij lasteren en afwijzen! Verder merkte Shaykh Rabī‘ (moge Allāh hem behouden) op dat ze gelijkenissen hebben met de Rāfiḍah op vlak van het liegen.
Deze mensen beperken zich niet alleen tot Maḥmoed al-Ḥaddād; zo verscheen [Yaḥyā] al-Ḥadjoerī en ging de concurrentie aan met Maḥmoed al-Ḥaddād. Hij ging zelfs nog verder dan Maḥmoed al-Ḥaddād in het aanvallen van geleerden en het in diskrediet brengen van hen en van salafī’s overal ter wereld.
Ook anderen onder de mensen van innovatie volgden zijn pad en werken samen met de mensen van valsheid (ahloel-bātil) tegen de salafī-geleerden zoals Shaykh Rabī‘, Shaykh ‘Obayd en onze overige mashāyikh (geleerden).
Dit is—helaas—een groep of sekte waarvan, telkens wanneer een van hun ‘koppen’ wordt afgehakt, er weer een nieuwe verschijnt. Steeds wanneer een kop wordt afgehakt, duikt er weer een andere op. Vervolgens doken de moṣa‘fiqah (degenen die anderen tot ṣa‘āfiqah verklaren) op, die eveneens de geleerden aanvallen en hen in diskrediet brengen. Zij vormen een tak van de Ḥaddādiyyah, want ook zij gaan nu tekeer tegen de geleerden, tegen de mashāyikh, en halen hen naar beneden. Ze geven geen waarde aan Rabī‘, ‘Obayd of die-en-die.. Ze vallen onze mashāyikh aan en verklaren salafī’s—of dat nu studenten van kennis zijn of geleerden—tot innoveerders. Dit is exact de werkwijze van de Ḥaddādiyyah!
Bron: https://miraath.de/audios/ratschlaege-fragerunden/367-17-offene-fragerunde-mit-scheich-dr-arafat-al-muhammadi
Vertaling: moskee el albani