Het Ḥā’iyyah gedicht van Ibn Abī Dāwoed (حائية ابن أبي داود)
In de Naam van Allāh, de Meest Barmhartige, de Meest Genadevolle.
Al-Ḥāfidh Aboe Bakr Abdoellāh, de zoon van Imām Aboe Dāwoed Soelaymān ibn al-Ash‘ath as-Sidjistānī (moge Allāh hem genadig zijn), die stierf in het jaar 316(h), zei in zijn “Ḥā’iyyah”, wat een gedicht is over de juiste ‘aqīdah (geloofsovertuiging):
1- تَمَسَّكْ بحَبْلِ اللهِ وَاتَّبِعِ الهُدَى *** وَلَا تَكُ بِدْعِيًّا لَعلَّكَ تُفْلِحُ
Houd stevig vast aan het touw van Allāh en volg de Leiding *** en wees geen innoveerder, zodat je succesvol zult zijn.
2- وَدِنْ بِكِتَابِ اللهِ وَالسُّنَنِ الَّتِي *** أَتَتْ عَنْ رَسُولِ اللهِ تَنْجُ وَتَرْبَحُ
En beoefen je religie op basis van het Boek van Allāh en de Soenan die *** werden overgeleverd van de Boodschapper van Allāh, zodat je gered wordt en beloning verkrijgt.
3- وَقُلْ “غَيرُ مَخْلُوقٍ كَلَامُ مَلِيكِنَا” *** بِذَلِكَ دَانَ الْأَتْقِيَاءُ وَأَفْصَحُوا
En zeg: ‘De Woorden van onze Koning zijn niet geschapen’ *** zo was de religieuze positie van de vromen (vóór ons) die zij duidelijk hebben uitgedrukt.
4- وَلَا تَكُ فِي القُرْآنِ بِالوَقْفِ قَائِلًا *** كَمَا قَالَ أَتْبَاعٌ لِجَهمٍ وَأسْجَحُوا
En wees niet iemand die geen standpunt inneemt over de Qor-ān *** zoals de volgelingen van Djahm deden, en zij neigden (hiernaar).
5- وَلَا تَقُلِ “القُرآنُ خَلْقٌ قَرَأْتُهُ” *** فَإِنَّ كَلَامَ اللهِ باللَّفْظِ يُوضَحُ
En zeg niet: ‘Mijn recitatie van de Qor’ān is geschapen’ *** aangezien de Woorden van Allāh duidelijk worden gemaakt door het reciteren ervan.
6- وَقُلْ يَتَجَلَّى اللهُ لِلْخَلْقِ جَهْرَةً *** كَمَا البَدْرُ لَا يَخْفَى وَرَبُّكَ أَوضَحُ
En zeg: Allāh zal Zichzelf openlijk zichtbaar maken aan de schepping *** net zoals de volle maan niet moeilijk te zien is, en jouw Heer zal nog duidelijker (zichtbaar zijn).
7- وَلَيسَ بِمَولُودٍ وَلَيسَ بِوَالِدٍ *** وَلَيسَ لَهُ شِبْهٌ تَعَالَى المُسَبَّحُ
En Hij is niet geboren, noch heeft Hij iemand verwekt *** en niets is aan Hem gelijk—verheven is de Geprezene.
8- وَقَدْ يُنْكِرُ الجَهْمِيُّ هَذَا وَعِنْدَنا *** بِمِصْدَاقِ مَا قُلْنَا حَدِيثٌ مُصَرَّحُ
Een Djahmī verwerpt dit misschien, maar wij hebben *** als bewijs voor wat wij zeggen, een ḥadīth die dit expliciet verduidelijkt.
9- رَوَاهُ جَرِيرٌ عَنْ مَقَالِ مُحَمَّدٍ *** فَقُلْ مِثْلَ مَا قَدْ قَالَ فِي ذَاكَ تَنْجَحُ
Djarīr heeft het overgeleverd, van de woorden van Moḥammed (ﷺ) *** dus zeg hetzelfde als wat hij hierover heeft gezegd, en je zult succesvol zijn.
10- وَقَدْ يُنْكِرُ الجَهْمِيُّ أَيْضًا يَمِينَهُ *** وَكِلْتَا يَدَيهِ بِالفَوَاضِلِ تَنْفَحُ
En een Djahmī zal misschien ook Zijn Rechterhand ontkennen *** terwijl Zijn Beide Handen allerlei gunsten schenken.
11- وَقُلْ يَنْزِلُ الجَبَّارُ فِي كُلِّ لَيلَةٍ *** بِلَا كَيفَ جَلَّ الوَاحِدُ الـمُتَمَدِّحُ
En zeg: ‘Al-Djabbār (Allāh) daalt elke nacht neer’ *** zonder te vragen hoe (Hij dat doet)—verheven is de Ene God en meest waardig van lof.
12- إِلَى طَبَقِ الدُّنْيَا يَمُنُّ بِفَضْلِهِ *** فَتُفْرَجُ أبْوَابُ السَّمَاءِ وَتُفْتَحُ
Naar de laagste hemel, schenkend uit Zijn Gunst *** terwijl de poorten van de hemel wijd geopend worden.
13- يَقُولُ أَلَا مُسْتَغْفِرٌ يَلْقَ غَافِرًا *** وَمُسْتَمْنِحٌ خَيْرًا وَرِزْقًا فَيُمْنَحُ
Hij zegt (dan): Is er iemand die vergeving zoekt en een Vergever wil ontmoeten? *** Of iemand die om goedheid en voorzieningen vraagt, zodat het hem gegeven wordt?
14- رَوَى ذَاكَ قَوْمٌ لَا يُرَدُّ حَدِيثُهُمْ *** أَلَا خَابَ قَومٌ كَذَّبُوهُمْ وَقُبِّحُوا
Een groep heeft dit overgeleverd—hun overleveringen mogen niet worden verworpen *** maar sommigen verwierpen hen, waardoor zij faalden en verpest werden.
15- وَقُلْ إِنَّ خَيرَ النَّاسِ بَعْدَ مُحَمَّدٍ *** وَزِيرَاهُ قِدْمًا ثُمَّ عُثْمَانُ الَارْجَحُ
En zeg: Waarlijk, de beste mensen na Moḥammed (ﷺ) *** waren zijn twee afgevaardigden van oudsher (Aboe Bakr en ‘Omar), en vervolgens ‘Oethmān—volgens de meest correcte mening.
16- وَرَابِعُهُمْ خَيرُ البَريَّةِ بَعْدَهُمْ *** عَليٌّ حَلِيفُ الخَيرِ بِالخَيرِ مُنْجِحُ
En de vierde van hen was de beste der schepping na hen: *** ‘Alī, de metgezel van goedheid—door goedheid was hij succesvol.
17- وَإِنَّهُمُ للرَّهْطُ لَا رَيْبَ فِيهِمُ *** عَلَى نُجُبِ الفِرْدَوسِ في الخُلْدِ تَسْرَحُ
Dat zijn de mensen over wie wij geen twijfel hebben *** op de grote kamelen van al-Firdaws (het Paradijs), vrij rondtrekkend in de eeuwigheid.
18- سَعِيدٌ وَسَعْدٌ وَابْنُ عَوْفٍ وَطَلْحَةٌ *** وَعَامِرُ فِهْرٍ وَالزُّبَيرُ المُمَدَّحُ
Sa‘īd, Sa‘d, Ibn ‘Awf, Talḥah, *** ‘Āmir van Fihr, en Zoebayr de prijzenswaardige.
19- وَقُلْ خَيرَ قَولٍ فِي الصَّحَابَةِ كُلِّهِمْ *** وَلَا تَكُ طَعَّانًا تَعِيبُ وَتَجْرَحُ
En spreek met de beste woorden over alle Metgezellen *** en wees niet iemand die slecht over hen spreekt, hun fouten aanwijst en bekritiseert.
20- فَقَدْ نَطَقَ الوَحْيُ المُبِينُ بِفَضْلِهِمْ *** وَفِي “الفَتْحِ” آيٌ في الصَّحَابَةِ تَمْدَحُ
Aangezien de duidelijke Openbaring hun voortreffelijkheid heeft vermeld *** en in (Soerah) al-Fatḥ zijn er verzen die de Metgezellen prijzen.
21- وَبِالقَدَرِ المَقْدُورِ أَيقِنْ فَإِنَّهُ *** دِعَامَةُ عِقْدِ الدِّينِ وَالدِّينُ أَفْيَحُ
En wees overtuigd van de voorbeschikking (al-Qadar), want het is *** de pilaar die vele zaken van de religie samenbrengt—en de religie omvat veel.
22- وَلَا تُنْكِرَنْ جَهْلًا نَكِيرًا وَمُنْكًرًا *** وَلَا الحَوضَ والمِيزَانَ إِنَّكَ تُنْصَحُ
En verwerp niet uit onwetendheid het geloof in [de twee Engelen] Nakīr en Moenkar *** of het Bassin (al-Ḥawd) of de Weegschaal (al-Mīzān)—voorwaar, je wordt oprecht geadviseerd.
23- وَقُلْ يُخْرِجُ اللهُ العَظِيمُ بِفَضْلِهِ *** مِنَ النَّارِ أَجْسَادًا مِنَ الفَحْمِ تُطْرَحُ
En zeg: Allāh—de Grote—zal uit Zijn Genade mensen halen *** uit het Hellevuur, die ernstig verbrand zijn, en dan zullen zij geworpen worden
24- عَلَى النَّهْرِ فِي الفِرْدَوسِ تَحْيَا بِمَائِهِ *** كَحَبِّ حَمِيلِ السَّيلِ إِذْ جَاءَ يَطْفَحُ
in de rivier in al-Firdaws, waar zij door het water ervan weer tot leven komen *** als een zaadje meegenomen door een vloed die met zijn overvloedige water alles wegspoelt.
25- وَإِنَّ رَسُولَ اللهِ لِلْخَلْقِ شَافِعٌ *** وَقُلْ فِي عَذَابِ القَبْرِ حَقٌّ مُوَضَّحُ
En zeker, de Boodschapper van Allāh zal bemiddelen voor de schepping. *** En zeg over de bestraffing van het graf, dat het de waarheid is die duidelijk is gemaakt.
26- وَلَاتُكْفِرَنْ أَهْلَ الصَّلَاةِ وَإِنْ عَصَوْا *** فَكُلُّهُمُ يَعْصِي وَذُو العَرْشِ يَصْفَحُ
En verklaar niet degenen die bidden tot ongelovigen, zelfs als zij zonden begaan *** aangezien zij allemaal zonden begaan, terwijl de Bezitter van de Troon genadig vergeeft.
27- وَلَا تَعْتَقِدْ رَأْيَ الخَوَارِجِ إِنَّهُ *** مَقَالٌ لِمَنْ يَهْوَاهُ يُرْدِي وَيَفْضَحُ
En houd geen geloof aan zoals dat van de Khawāridj, want het is *** een geloof dat—voor degenen die het begeren—destructief en schandelijk is.
28- وَلَاتَكُ مُرْجِيًّا لَعُوبًا بِدِينِهِ *** أَلَا إِنَّمَا المُرْجِيُّ بِالدِّينِ يَمْزَحُ
En wees geen Moerdji’, iemand die speelt met zijn religie *** want waarlijk, de Moerdji’ schertst met de religie.
29- وَقُلْ: إِنَّمَا الإِيمَانُ قَولٌ وَنِيَّةٌ *** وَفِعْلٌ عَلَى قَولِ النَّبِيِّ مُصَرَّحُ
En zeg: Īmān (geloof) bestaat uit uitspraken, intenties (het geloof van het hart) *** en daden—volgens de duidelijke uitspraak van de Profeet.
30- وَيَنْقُصُ طَورًا بِالمَعَاصِي وَتَارَةً *** بِطَاعَتِهِ يَنْمِي وَفِي الوَزْنِ يَرْجَحُ
En het vermindert soms door zonden, en soms *** groeit het door gehoorzaamheid, en op de Weegschaal zal het zwaarder wegen.
31- وَدَعْ عَنْكَ آرَاءَ الرِّجالِ وَقَولَهُمْ *** فَقَولُ رَسُولِ اللهِ أَزْكَى وَأَشْرَحُ
En laat de meningen en standpunten van mensen terzijde *** want het standpunt van de Boodschapper van Allāh is zuiverder en meer verruimend (voor de borst).
32- وَلَا تَكُ مِنْ قَومٍ تَلَهَّوْا بِدِينِهِمْ *** فَتَطْعَنَ فِي أَهْلِ الحَدَيثِ وَتَقْدَحُ
En wees niet van degenen die hun religie tot vermaak nemen *** waardoor je Ahloel-Ḥadīth (de mensen van ḥadīth) gaat aanvallen en belasteren.
33- إذَا مَا اعْتَقَدتَّ الدَّهْرَ يَا صَاحِ هَذِهِ *** فَأَنْتَ عَلَى خَيرٍ تَبِيتُ وَتُصْبِحُ
Als je dit geloof (van dit gedicht) je hele leven behoudt, o mijn vriend, *** zul je dag en nacht op het goede zijn.
Uitleg van het gedicht: klik hier.